Belasting Advies in de Praktijk publiceert actuele fiscale jurisprudentie en beleid die zijn voorzien van praktische adviezen en tips. Het is een tweewekelijks blad gericht op de MKB-adviseur. Kijk hieronder voor de actuele inhoudsopgave van het tijdschrift.
Verschenen in Belasting Advies in de Praktijk
Hof Den Haag oordeelt dat sprake is van een vermoeden van een dienstbetrekking tussen de vennootschap en de werknemers. De vennootschap heeft dit vermoeden niet kunnen ontzenuwen. Daarom heeft de inspecteur haar terecht als inhoudingsplichtige aangemerkt.
Holding BV kan volgens de zienswijze van de rechtbank niet de deelnemingsvrijstelling toepassen in het kader van het valutaresultaat op vordering en het resultaat op de Price Addition die is ontstaan vanwege de verkoop van een buitenlandse deelneming. Er is volgens de rechtbank geen sprake van een prijs die geheel of deels bestond uit een recht op een of meer termijnen waarvan het aantal of de omvang nog niet vaststond.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de opeenvolgende verzendingen van het paard vanuit België via Nederland naar de Verenigde Staten kwalificeren als één verzending voor de BTW.
De rechtbank oordeelt dat de aandelen kwalificeren als een middellijk gehouden lucratief belang. In de IB-aangifte is een beroep gedaan op de dooruitdelingsverplichting. Daarom is het voordeel belast in box 2. De CFO maakt gebruik van de keuze voor partiële buitenlandse belastingplicht waarbij buitenlandse box 2- en box 3-inkomsten zijn vrijgesteld in Nederland. Dat betekent dat de voordelen uit aanmerkelijk belang niet in Nederland zijn belast.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de compensatievergoeding rentederivaten bij de vrouw belast is als nagekomen ondernemingswinst. Zij maakt niet aannemelijk dat de kinderen rechthebbenden zijn of dat vergoeding buiten de winstsfeer moet blijven.
Een woning voorziet bij uitstek in een persoonlijke behoefte en zal daarom doorgaans tot het privévermogen behoren. Er zijn uitzonderingen, maar de omstandigheid dat de arbeidsplaats binnen een half uur bereikbaar moet zijn, is niet zo’n uitzondering.
Rechtbank Noord-Holland heeft geoordeeld dat een werkgever aan een werknemer een auto ter beschikking heeft gesteld en terecht als inhoudingsplichtige is aangemerkt, ondanks dat de auto feitelijk door een andere werkgever ter beschikking is gesteld.
Volgens Rechtbank Gelderland is er geen bewijs voor een schijnlening. De terugbetalingen die B BV aan X BV heeft verricht, vormen belastbare winst. Het gevolg is dat de aflossingen geen terugbetaling van kapitaal vormen die bij X BV onder de deelnemingsvrijstelling valt.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant verwerpt de diverse formele verweren rond de bezwaarprocedure. De inspecteur heeft zorgvuldig gehandeld binnen de kaders van de formeelrechtelijke regels. De inspecteur treft geen verwijt van een onjuiste aanslagregeling omdat hij eerst in bezwaar kon zien wat het juiste inkomen was.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de kosten ter voorkoming van een executieveiling geen kosten van geldleningen zijn en niet voor aftrek in aanmerking komen.
Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat X een debiteurenrisico heeft gelopen dat een onafhankelijke derde niet zou hebben aanvaard. Daarbij is met name het structurele negatieve eigen vermogen van B bv van belang en het ontbreken van zekerheden en een aflossingsschema.
Hof Arnhem-Leeuwarden onderschrijft het oordeel van Rechtbank Noord-Nederland dat de gemeente Midden-Groningen bij de afvalstoffenheffing en rioolheffing de opbrengstlimiet niet heeft overschreden. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur geen ambtelijk verzuim begaat door de bij hem bekende beperkte informatie niet mee te nemen bij de primaire aanslagregeling. Bovendien is het hof van oordeel dat X te kwader trouw is en willens en wetens relevante informatie achterhield. De inspecteur mag volgens het hof navorderen. Er is geen sprake van een pleitbaar standpunt. De vergrijpboete blijft in stand. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de forfaitaire berekening van het voordeel uit sparen en beleggen voor de jaren 2019 en 2020 in strijd is met art. 1 EP EVRM en vermindert de aanslagen naar nihil.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet verminderd moeten worden na een onjuiste schatting van de winst uit onderneming door de inspecteur.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat ook na de verlaging op basis van de Wet rechtsherstel box 3 nog steeds sprake is van een schending van art. 1 EP bij EVRM.
Banken controleren steeds beter of hun klanten geen geld witwassen, terrorisme financieren of sancties overtreden, meldt De Nederlandsche Bank (DNB). Tegelijkertijd merkt DNB op dat sommige banken vertraging oplopen bij het verbeteren van de controles of hierin achteruitgaan. Daardoor moeten ze meer doen om hun controles op orde te krijgen.
Dossier Box 3 is geactualiseerd met recente jurisprudentie, wijzigingen in het toekomstig stelsel box 3, de definitieve aanslagen IB 2021, het aanhouden van definitieve aanslagen IB 2023 en het wijzigen van de voorlopige aanslag IB 2023.