Aan belanghebbende, X, is een auto van de zaak ter beschikking gesteld. De inspecteur van de Belastingdienst/Oost/Landelijk Coördinatiecentrum Auto legt een LB-naheffingsaanslag aan X op voor het privégebruik van de auto van de zaak. X stelt dat de inspecteur niet bevoegd is om de naheffingsaanslag op te leggen.
Rechtbank Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur van de Belastingdienst/Oost/Landelijk Coördinatiecentrum Auto bevoegd is om een LB-naheffingsaanslag aan X op te leggen. Hieraan doet volgens de rechtbank niet af dat X ressorteert onder de inspecteur van de Belastingdienst/Rivierenland/kantoor Gorinchem. De rechtbank wijst hierbij op de inhoud en de systematiek van de van belang zijnde wettelijke bepalingen en de wetsgeschiedenis daarvan. Volgens de rechtbank houden deze regels in dat onder "ressorteren" verstaan moet worden dat aan de belastingplichtige kenbaar wordt gemaakt tot welk belastingkantoor hij zich met vragen en dergelijke kan wenden. Hiermee wordt volgens de rechtbank niet bedoeld de bevoegdheid van de inspecteur te regelen.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 3.5
Algemene wet inzake rijksbelastingen 2