Belanghebbende, X, wordt op 14 augustus 2010 onder invloed van alcohol en drugs door de politie aangehouden op verdenking van overtreding van de Opiumwet. In de auto van X, een Audi A4 met een waarde van ongeveer € 30.000, bevindt zich een kleine hoeveelheid hennep. Thuis bij X treft de politie meer drugs aan en materialen die nodig zijn voor een hennepplantage. De inspecteur verhoogt het door X aangegeven belastbare inkomen uit werk en woning 2009, dat enkel bestond uit een bijstandsuitkering, onder toepassing van omkering van de bewijslast, met ruim € 41.000 vanwege niet aangegeven resultaat uit overige werkzaamheden.
Hof 's-Hertogenbosch (MK I, 31 januari 2014, 13/00499, V-N Vandaag 2014/506) volgt de inspecteur in diens stelling dat het aangegeven box-1-inkomen van X over 2009 verhoogd moet worden met ruim € 41.000. Het hof hecht geloof aan de verklaring van X, gedaan kort na diens aanhouding, dat hij in 2009 inkomsten heeft genoten uit verandabouw. Aan de latere ontkenning door X gaat het hof voorbij. Hoewel het hof niet meegaat met de stelling van de inspecteur dat X inkomsten uit hennepteelt heeft genoten, is het - gelet op de hoogte van de privébestedingen van X - aannemelijk dat deze nog ten minste € 37.500 aan inkomsten heeft genoten uit een andere bron van inkomen. Bij dat laatste neemt het hof in aanmerking het uitgavenpatroon van X, die verslaafd was aan cocaïne en wiet, en in 2010 de Audi A4 heeft aangeschaft. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90