‘Maar we blijven vrienden', zei Karyna. Maar aan zijn gezicht kon ik zien dat Olaf daar andere gedachten over had. Natuurlijk had hij geen zin in een vechtscheiding. Wie wel? Dus de zaken moesten geregeld worden. Maar als hij Karyna een loer kon draaien, zou hij het niet nalaten.

Karyna was met niets gekomen, maar ze was stellig voornemens om niet met lege handen te vertrekken. En Olaf was zo stom geweest om in gemeenschap van goederen te trouwen, terwijl we allemaal wel zagen dat Karyna geen blijvertje zou zijn. Een paar maanden later – we leven inmiddels in 2016 – kwam ik Olaf weer tegen. Glunderend. Het was hem kennelijk gelukt Karyna de beoogde loer te draaien. Natuurlijk moest de boedel worden verdeeld, daar kon hij niet omheen. Nu hadden ze niet veel. Olaf had wat pensioen opgebouwd, hij had wat lijfrentevoorzieningen getroffen en verder stond het huis vol met Zweedse interieurgoederen. De Knuds en Billy's mocht Karyna zo van hem meenemen! Weg ermee. Met de oudedagsvoorzieningen moest natuurlijk ook wat gebeuren. Olaf zag het wel gebeuren dat Karyna na de echtscheiding op een drafje naar het gemeentehuis ging om bijstand aan te vragen. Dáár wilde hij een stokje voor steken.

Misschien heeft u gehoord van de Wet vrijlating lijfrenteopbouw en inkomsten uit arbeid en bevordering vrijwillige voortzetting pensioenopbouw. In de Participatiewet is geregeld dat er geen recht op bijstand bestaat voor zover een beroep kan worden gedaan op een ‘voorliggende voorziening'. Maar niet alles hoeft te gelde worden gemaakt om een beroep op de bijstand te kunnen doen. Pensioen bijvoorbeeld. Pensioenaanspraken hoeven niet te gelde worden gemaakt – of worden vervroegd – om aanspraak te maken op een bijstandsuitkering. Lijfrenteaanspraken werden daarentegen tot 1 januari 2016 niet vrijgelaten. De gemeente kon voor 2016 dus de bijstandsaanvraag afwijzen als er lijfrenteaanspraken waren. Op dat punt heeft deze wet wijzigingen aangebracht. Ook lijfrenteaanspraken kennen met ingang van 2016 een vrijlating. Alle lijfrenten? Nee, er zijn uitzonderingen. En Olaf heeft deze ‘gaten' handig benut.

De pensioenaanspraak die Olaf heeft opgebouwd was ongeveer gelijkwaardig met de lijfrentevoorzieningen die hij heeft getroffen. Olaf stelde Karyna voor dat hij het pensioen zou houden en dat zij de lijfrenteaanspraken zou verkrijgen. De fiscale aspecten hiervan laat ik voor wat zij zijn. Van belang is dat Karyna met Olafs voorstel akkoord ging. Want wat maakt het uit, dacht zij…

Nu bestaat de lijfrentevoorziening uit twee delen. Een lijfrenteverzekering en een lijfrentespaarrekening. Voor de lijfrenteverzekering zijn alle premies betaald vóór 2011. Op grond van de wet worden lijfrenten waarvan de premiebetaling heeft plaatsgevonden vóór de toetsingsperiode van vijf jaar vrijgelaten mits het gaat om een (tijdelijke) oudedagslijfrente. En daar zit nu juist de clou. Olaf was verzekeringnemer, verzekerde en begunstigde. Bij de overdracht van deze lijfrente is Karyna verzekeringnemer en begunstigde geworden, maar is Olaf de verzekerde gebleven. En dan hebben we het over een nabestaandenlijfrente, die dus niet onder de vrijlating valt.

De lijfrenterekening heeft Olaf in 2011 geopend. De inleg heeft volledig plaatsgevonden in de toetsingsperiode van vijf jaar. De wet bepaalt dat voor de vrijlating er in die toetsingsperiode dan jaarlijks ten minste enige inleg moet hebben plaatsgevonden en dat de inleg ten hoogste € 6.000 per jaar heeft bedragen. Olaf wist dit natuurlijk en heeft – sluw en doortrapt – in 2015 ‘vergeten' een bedrag over te maken op de lijfrentespaarrekening. Daarmee voldoet de lijfrentespaarrekening evenmin aan de vrijlatingsvereisten. Dus toen Karyna bij het gemeentelijk loket aanklopte zei de dienstdoende ambtenaar haar doodleuk dat ze dan eerst maar de lijfrentevoorzieningen moest gaan verteren. Karyna stelde nog dat deze rare wetgeving toch nooit zo bedoeld kon zijn. De ambtenaar haalde zijn schouders op en mompelde iets over dat de wet hard is maar dat de wet nu eenmaal zo is.

De vriendschap is inmiddels wat bekoeld.

PS: Ik heb Karyna geadviseerd de lijfrenteverzekering maar over te hevelen naar de bank. Want dan valt die aanspraak wél onder de vrijlating. Niet tegen Olaf vertellen, hoor. Anders staat een tweede vriendschap op de tocht.

 

Informatiesoort: Column

Rubriek: Pensioenen, Inkomstenbelasting

17

Gerelateerde artikelen