Was dat even schrikken, toen één dag na prinsjesdag op woensdag 19 september 2018 de aanbiedingsbrief bij de belastingplannen van het kabinet werd gepubliceerd. Werd daarin ineens, volkomen onverwacht, een maatregel aangekondigd om over drie jaar met ingang van 2022 rekening-courantschulden van de dga voor zover die uitgaan boven € 500.000, te belasten als dividend in box 2. En tegen het dan hogere ab-tarief van 26,9%, tenzij dga’s vóór 2020 hun rekening-courantschuld met de bv al hebben opgeschoond.

Persoonlijk was ik wat minder verrast door deze maatregel. Niet omdat ik voorkennis had, maar omdat ikzelf een soortgelijke maatregel tweeënhalf jaar geleden al eens heb verdedigd in een column op TaxLive van 22 januari 2016. Destijds was dat tegen de achtergrond van de dreiging dat het fictieve rendement van art. 4.14 Wet IB 2001 in box 2, dat alleen geldt voor ab-aandelen in vbi’s en buitenlandse laagbelaste beleggingslichamen, zou worden veralgemeniseerd tot alle bv’s waarin een aanmerkelijk belang wordt gehouden. Ook de Commissie Van Dijkhuizen had zulks in haar rapport geadviseerd. Tegen die achtergrond leek mij een maatregel om de opnamen in rekening-courant te belasten als box 2-dividend aanzienlijk proportioneler en acceptabeler voor dga’s dan een algemene fictieve-rendementsregeling, met name omdat dit geen fictief inkomen is maar reëel door de dga genoten inkomen dat een andere fiscale, zij het belastbare, kwalificatie krijgt.

Maar ja, als je zo’n idee niet volledig uitwerkt, loop je ook risico, zoals afgelopen woensdag wel is gebleken. Want ik had in 2016 alleen het oog op de consumptieve rekening-courantschulden, alleen had ik verzuimd dat er expliciet bij te zetten. Soms veronderstel je te veel voorkennis bij de lezer. Ik doelde dus vooral níet op de rekening-courantschulden en geldleningen waartegenover in de IB belastbare bezittingen staan, zoals eigenwoningleningen en geldleningen voor tbs-panden in box 1, geldleningen waarmee (andere) ab-aandelen zijn aangeschaft, in box 2 (hoewel dit ook weer niet veel voorkomt in de praktijk) en geldleningen waarmee effecten of onroerende zaken in box 3 zijn aangeschaft.

Maar als ik de aanbiedingsbrief goed lees, met name de daarin aangekondigde overgangsmaatregel voor bestaande eigenwoningleningen (zie ook hierna), lijkt het kabinet ook deze rekening-courantschulden en geldleningen op de korrel te hebben. En dan schiet zo’n maatregel, die in de kern naar mijn mening best te rechtvaardigen is, zijn doel voorbij. Het gaat natuurlijk niet aan om wel de (inkomsten uit de) bezittingen in box 1, 2 of 3 voluit in de belastingheffing te betrekken maar de daartegenover staande (rente van) schulden niet in aftrek toe te laten en, nog erger, als dividend te belasten (voor het meerdere boven € 500.000). Dat is onrechtvaardig! En dat lijkt er nu wel van te komen.

Weliswaar heeft het kabinet aangekondigd dat de maatregel nog nader moet worden uitgewerkt en er een internetconsultatie komt, dus er is nog alle gelegenheid om tegenargumenten in te brengen vóórdat het in 2022 zo ver is, maar de starheid van dit kabinet met betrekking tot bijvoorbeeld de voorgenomen afschaffing van de dividendbelasting doet het ergste vrezen voor de ontvankelijkheid van dit kabinet voor tegenargumenten. Ik ben daar niet hoopvol over.

Inmiddels rijst toch wel het beeld op dat dit kabinet er is voor het grote internationale bedrijfsleven – met als voorposten Unilever en Shell – en het Nederlandse mkb in de ijzige vrieskou laat staan. Want als ik even optel wat het kabinet allemaal over dit mkb uitstort:

  1. Verlaging van de effectieve aftrek van de MKB- winst- en tbs-vrijstelling voor IB-ondernemers en tbs-ers;
  2. Verhoging van het ab-tarief in box 2 tot uiteindelijk 26,9%;
  3. Beperking van de afschrijving op gebouwen in eigen gebruik tot 100% van de WOZ-waarde in de VpB;
  4. Verkorting van de voorwaartse verliesverrekeningstermijn tot zes jaren.

En daar komt dus die rekening-courantmaatregel als klap op de vuurpijl nog bij. En van de VpB-tariefverlaging profiteert de dga niet, want die wordt volledig geneutraliseerd door de ab-tariefverhoging. Alleen van de verlaging van het box 1-tarief over het (gebruikelijk) loon profiteert de dga maar dit is, in vergelijking met de IB-ondernemer, te laat en te weinig. Je zou bijna zeggen dat dit kabinet op oorlogspad is tegen het mkb. Wie zorgde er ook alweer voor de banen in dit land?

Erg goed doordacht lijkt de r/c-maatregel ook niet te zijn, want er wordt overgangsrecht voorgesteld voor op 2022 bestaande eigenwoningleningen. Maar ik voorspel dat die er tegen die tijd nauwelijks nog zullen zijn. Want ga maar na. In 2022 geschiedt de aftrek van de eigenwoningrente nog maar tegen 40% en één jaar later, vanaf 2023, tegen het nog lagere nieuwe eerste schijftarief van 37,05%. Die rente wordt echter bij de bv belast met 16% of 22,25% VPB aangevuld met 26,9% ab, dus cumulatief 38,60% respectievelijk 43,16%. Dus de aftrek van de rente is lager dan de belastingheffing erover. Weinig dga’s zullen dit laten gebeuren, zo is mijn inschatting. Dus tegen 2022 zullen er nauwelijks nog eigenwoningleningen zijn. Die zijn of afgelost of uitgedividend. Dus een overgangsmaatregel voor op 2022 bestaande eigenwoningleningen lijkt overbodig te zijn. Het lijkt erop dat het kabinet dit zich niet heeft gerealiseerd. Of, kwalijker, het kabinet heeft zich dit wel gerealiseerd, maar dan biedt het met die overgangsmaatregel het mkb dus een klapsigaar uit eigen doos!

Ik ben op zich niet tegen een aftopping van de maximale rekening-courant die een dga jegens zijn bv mag hebben. Want laten we eerlijk zijn, geen enkele belastingadviseur zit toch te wachten op die jaarlijkse rituele dans met betrekking tot de rekening-courant. Elk jaar maar hopen dat de inspecteur er niet over begint en, als dan toch, proberen afspraken te maken tot een soepele opheffing ervan. Aan welke afspraken de dga zich dan weer niet houdt maar er zijn weer wat jaartjes gewonnen. En elk jaar weer die vraag van de accountant welke rente er moet worden berekend, wat ook maar een slag in de lucht is. Daar heb je toch geen vier jaar fiscale economie of fiscaal recht voor gestudeerd om je hiermee bezig te moeten houden?! Ik ben er niet rouwig om als deze poppenkast verdwijnt. Maar dit moet niet doorslaan. Dit moet zich beperken tot de puur consumptief aangewende r/c-schulden en niet voor zover er bezittingen in box 1, 2 of 3 tegenover staan. Dat gaat echt te ver. Want in dit laatste geval dwingt de belastingwetgever de dga feitelijk tot herfinanciering van de geldlening bij een externe financier, zoals een bank, met dito hogere financieringskosten. En ik denk niet dat het de taak van de belastingwetgever is om de winsten van banken te spekken, een bedrijfstak trouwens die na de kredietcrisis toch al niet op veel sympathie kan rekenen.

Ik heb daarom een ander voorstel: We voeren de r/c-maatregel in maar beperken die tot de consumptief aangewende r/c-schulden en trekken daartegenover de voorgestelde aftrekbeperking van de MKB-winst- en tbs-vrijstelling en de verhoging van het ab-tarief in. Misschien kunnen het mkb en het kabinet zich in dit compromis vinden.

En nu ik toch bezig ben, die dividendbelasting hoeft ook niet te worden afgeschaft. Dga’s hebben hier niets aan, want de ab-heffing over dividenden blijft gehandhaafd. Dus voor hen verandert de dividendbelasting in inkomstenbelasting, that’s all. Dga’s moeten zich nu al realiseren dat ze over de dividenduitkering nog 10% moeten bijbetalen in de IB maar straks wordt dat dus de volledige ab-heffing in box 2. Menig dga wil dit nog wel eens vergeten en dan komt die ab-(na)heffing over het dividend als een koude douche. Wil je dat niet, dan zul je daarvoor weer een voorlopige aanslag IB moeten vragen met het nodige administratieve gedoe vandien. Daarop zit niemand te wachten. Terwijl de dividendbelasting dit gelijk goed regelt. Die heffing is boter bij de vis, aan de bron in te houden door de bv. Dat verdwijnt dus, als de dividendbelasting wordt afgeschaft.

En dan zijn er ook nog de buitenlandse dga’s. Om bij die dga’s over dividenduitkeringen uit Nederlandse bv’s te kunnen heffen, zal de Nederlandse fiscus voortaan aanslagen IB moeten gaan opleggen aan de buitenlandse dga, waar zij nu kan volstaan met aanslagen dividendbelasting bij de Nederlandse bv. Ik voorzie daar nog wel de nodige invorderingsproblemen. Dus, meneer Rutte, zullen we die dividendbelastingafschaffing toch maar laten zitten?!

Informatiesoort: Column

Rubriek: Inkomstenbelasting, Dividendbelasting

Dossiers: Prinsjesdag 2018

Focus: Focus

Carrousel: Carrousel

73

Gerelateerde artikelen