De aanpak van witteboordencriminelen wordt geïntensiveerd en uitgebreid, althans als het aan (demissionair) Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie ligt. Sinds Minister Opstelten aan het justitiële roer staat, zijn geluiden van harder straffen meer regel dan uitzondering. Zo ook thans in zijn wetsvoorstel om mogelijkheden van aanpak van financieel-economische criminaliteit aanzienlijk te verruimen.

Voorgesteld wordt om de maximale gevangenisstraf voor witwassen met de helft te verlengen of zelfs te verdubbelen (tot maximaal 8 jaar). Dat is niet niks. Zeker niet bij de lichtste vorm van witwassen, namelijk schuld witwassen waarbij opzet geen vereiste is. In dat geval wordt zelfs een verdubbeling van de straf voorgesteld. Een veroordeling bij schuld witwassen zal zelfs kunnen afhangen van het been waarmee de rechter uit bed is gestapt. Welk doel is dan gediend met in dit geval een verdubbeling van de maximale gevangenisstraf van 1 naar 2 jaar? Een concrete onderbouwing ontbreekt.

Ook de maximale boetes op financieel-economische vergrijpen zouden te laag zijn. Voorgesteld wordt dan ook om deze te verhogen. Kennelijk wordt daarbij over het hoofd gezien dat een geldboete slechts een van de mogelijkheden van bestraffing is en daarnaast ontneming van het verkregen voordeel – dat vaak niet eens meer voorhanden is – als maatregel kan worden opgelegd. Bij fiscale delicten geldt al dat de maximale boete het bedrag aan te weinig geheven belasting is. Maar in dat geval is ontneming niet meer mogelijk.

Intensivering van de controles is ons inziens de werkelijke reden van dit voorstel. Immers staan de overheid bij hogere wettelijke strafmaxima meer bevoegdheden ter beschikking. Waarom er niet voor is gekozen om de drempel voor toepassing daarvan te verlagen is ons niet duidelijk. Gaat het dan alleen om de opbrengsten die de Nederlandse overheid op deze manier wil binnenhalen om het bestaande begrotingstekort te vullen? Ook hiervoor geldt dat een specifieke toelichting ontbreekt en het werkelijke doel aldus onopgehelderd blijft.

Naar de werkelijke redenen die aan dit voorstel ten grondslag moeten we dus gissen. Immers presenteert Opstelten geen cijfers die zijn voorstel kunnen ondersteunen. Het is er een vanuit de heup.

Ook het vertrouwelijke verkeer tussen een cliënt en zijn advocaat zint Opstelten kennelijk niet. Het duurt volgens hem allemaal te lang voordat in een strafzaak duidelijk is of inzage in vertrouwelijke correspondentie mag worden verkregen. Hij wil de boel versnellen in het kader van de bestrijding van de financieel-economische criminaliteit. Een wijziging van deze procedure is van zo wezenlijk belang voor de rechtstaat dat deze mijns inziens niet mag worden weggemoffeld in een proefballonnetje van Opstelten.

De Raad voor de rechtspraak heeft recent deze proefballon lek geschoten, in die zin dat de Raad heeft opgeroepen tot bezinning. En terecht!

Informatiesoort: Column

Rubriek: Strafrecht

21

Gerelateerde artikelen