De fiscale oudedagsreserve (FOR) staat momenteel nogal in de picture nu dotatie aan de FOR per ingaande 2023 is afgeschaft. Overigens zijn er voorstanders om de FOR maar helemaal te laten vervallen.

Vergelijk de column van Eric van Uunen van 28 juni 2022 op Taxlive waarbij hij aangaf het “fantastisch” te vinden als de FOR in zijn geheel zou verdwijnen. Als argument noemt hij dat ondernemers bij staking veelal geen geld hebben om de belasting over de vrijval van de FOR te betalen dan wel een lijfrente c.q. een bankspaarproduct te kunnen aankopen.

Ik merk daarbij op dat dit voor de agrarische sector toch wel wat anders ligt dan voor het (kleinere) mkb. Bij agrarische bedrijven is doorgaans ruim voldoende vermogen aanwezig om de belasting over de vrijval van de FOR te kunnen betalen. Voorts kan de agrariër bij de bedrijfsoverdracht via het bedingen van een overnamesom een oudedagsvoorziening extern afsluiten of, waar gewenst, deze voorziening bij de bedrijfsopvolger afsluiten. Agrariërs maken dan ook veel gebruik van de dotatie aan de FOR en het verval ervan per aanvang van 2023 is voor de agrarische sector dan ook een flinke aderlating. Laat staan dat deze helemaal zou moeten vrijvallen.

De “woest aantrekkelijke” FOR-dotatie is echter helaas niet meer. Bestaande reserves kunnen gelukkig nog wel blijven staan en worden regulier afgebouwd. Bovendien is het nog mogelijk om voor 2022 te doteren en voor 2023 als het een gebroken boekjaar betreft.

Hoe werkt de FOR en wat kon je doteren?

Om de oudedagsreserve te kunnen vormen, moet men ondernemer zijn voor de inkomstenbelasting en voldoen aan het urencriterium. Grofweg moet daarvoor wekelijks gemiddeld zo’n 25 uur aan de onderneming worden besteed. Verder mag aan het begin van het kalenderjaar de AOW-leeftijd nog niet zijn bereikt. Toevoeging aan de FOR kan tot en met het jaar 2022 nog plaatsvinden en wel maximaal 9,44 procent van de winst met een plafond van € 9.632. Het ondernemingsvermogen (exclusief de FOR) moet wel voldoende zijn.

Waarom zou je doteren aan de FOR?

Het grote voordeel van een FOR is dat een hoger belastingbedrag wordt bespaard dan dat op termijn terugbetaald moet worden. Dat komt omdat het afrekenmoment veelal bij pensionering is en dan is het belastingtarief vaak lager. Daarnaast kan de ondernemer de belastingbesparing nu vaak goed gebruiken door te investeren of om schulden af te lossen. En uitstel van belastingheffing vinden ondernemers over het algemeen ook niet heel erg vervelend.

Een ander belangrijk aspect van dotatie aan de FOR is dat door het lagere belastbare inkomen het recht op allerlei toeslagen, zoals zorgtoeslag, kindgebonden budget, kinderopvangtoeslag en/of huurtoeslag eerder in beeld komt of het recht daarop kan worden vergroot.

Verder is het, voor het geval dat er nog geen FOR-dotatie heeft plaatsgevonden, voor het jaar 2022 nog wel te doen. Door te doteren aan de FOR kan de stakingsaftrek van € 3.630 tezijnertijd bij staking benut worden, uitgaande van de geruisloze doorschuiving van de onderneming op de voet van artikel 3.63 Wet IB 2001. Oftewel, aftrekbaar doteren en onbelast tot een bedrag van € 3.630 vrij laten vallen later!

En als laatste wil ik graag de zogeheten marginale belastingdruk benoemen. Het blijkt dat bij een belastbaar inkomen van boven de € 22.000 de belastingheffing voor die persoon over elke extra verdiende euro enorm oploopt! Dat kan wel oplopen tot op 86 procent! Dat wordt mede veroorzaakt door de inkomensafhankelijke heffingskortingen. Oftewel, dotatie aan de FOR in de jaren 2021 en 2022 kan zeer wel lonend zijn! De percentage van de marginale belastingdruk staan online op Overheid.nl (pdf).

Let op: de FOR is geen reserve!

De naam fiscale oudedagsreserve doet een reservepotje vermoeden. Dat is echter niet zo, tenminste niet altijd. Als de ondernemer de bespaarde belasting niet op een aparte rekening zet en het uitgeeft dan is het potje weg. Met een FOR bouwt de ondernemer dus ook geen pensioen op. Het enige dat hij of zij opbouwt is een belastingschuld die betaald moet worden als gestopt wordt met de onderneming. Het is dus eigenlijk een cheque van de fiscus en de term fiscale oudedagsreserve is dan ook nogal onhandig en verkeerd gekozen.

Een echte oudedagsvoorziening regelen

De bedoeling van de wetgever was dat ondernemers het jaarlijks belastingvoordeel zouden besteden aan de opbouw van hun eigen pensioen. Dat kan door het bespaarde bedrag aan belastingen te storten als premie voor een lijfrente, banksparen of om schulden af te lossen. Dit is echter niet verplicht gesteld door de wetgever en in de praktijk gebeurt dat ook niet heel erg vaak. De FOR kan wel te allen tijde omgezet worden in een lijfrente of banksparen.

Bij een bedrijfsoverdracht aan één of meerdere kinderen kan de FOR ook omgezet worden in een lijfrente bij de bedrijfsopvolger. De belastingclaim op de meerwaarde in de onderneming kan daarbij voor de inkomstenbelasting worden doorgeschoven aan de opvolger.

Opletten als de staking in beeld komt

Op het moment dat het staken van de onderneming dichterbij komt, is het belangrijk om goed in beeld te krijgen wat je opgebouwde FOR is en dus wat de belastingschuld is. Met het staken van de onderneming wordt de oudedagsreserve namelijk opgeheven. De bedragen waarover uitstel van belastingheffing is gekregen worden bij de winst opgeteld. Uiteraard kan dan ook een lijfrenteproduct of banksparen overwogen worden. Bij overlijden moet ook fiscaal worden afgerekend over de FOR. Alleen als de partner de onderneming voortzet en de oudedagsreserve overneemt, hoeft er niet te worden afgerekend. De partner moet daarvoor dan wel een verzoek indienen bij de aangifte.

Verplichte afname van de FOR

In de volgende situaties neemt de oudedagsreserve af of wordt deze opgeheven:

  • Er wordt een lijfrente voor een inkomensvoorziening aangekocht, en dit wordt verwerkt in de aangifte.
  • Het bedrag van de oudedagsreserve is hoger dan het ondernemingsvermogen, terwijl zich daarbij één van de volgende situaties voordoet:
    • de onderneming staakt geheel óf gedeeltelijk; óf
    • op 1 januari van het kalenderjaar is de AOW-leeftijd bereikt; óf
    • de ondernemer voldoet dit kalenderjaar en het vorige kalenderjaar niet aan het urencriterium.

Afschaffing FOR dotatie in 2023

De dotatie aan de fiscale oudedagsreserve is in 2023 afgeschaft. Dit maakt deel uit van de versimpeling van het belastingstelsel die staatssecretaris Van Rij voorstaat. Zo is de middelingsregeling al ter ziele gegaan en wordt de zelfstandigenaftrek de komende jaren sterk afgebouwd. Het belastingjaar 2022 is dus het laatste jaar waarin nog gedoteerd kan worden aan de FOR. Voor een gebroken boekjaar eindigend in het belastingjaar 2023 is een uitzondering gemaakt.

En wat bij een gebroken boekjaar dat eindigt in het belastingjaar 2023?

In situaties van een gebroken boekjaar is voor het doteren aan de FOR het nodige goedgekeurd door de kennisgroep winstfaciliteiten en firmaproblematiek van de Belastingdienst. De belangrijkste goedkeuring is dat doteren aan de FOR mogelijk is als het gebroken boekjaar van de onderneming eindigt in 2023. Zie voor de goedkeuringen de website van de kennisgroepen.

De reeds opgebouwde FOR kan blijven staan

Belangrijk om te weten is dat de reeds tot en met 2022 opgebouwde FOR kan blijven staan. Tevens is het goed om te weten is dat de regels rond de afname van de reserve ook blijven gelden na het afschaffen van de oudedagsreserve in 2023.

Afsluitend kan ik zeggen: Doteren, What FOR? FOR a lot of money!

Bron: Column

Informatiesoort: Column

Rubriek: Inkomstenbelasting

180

Gerelateerde artikelen