Voetbalwedstrijden tussen Duitsland en Nederland hebben altijd een extra lading. Daarbij kan het thuisvoordeel een rol spelen. We kennen allemaal de verloren WK-finale uit 1974 in München. Daar staat tegenover dat ‘we' tijdens de EK in 1988 de Duitsers tijdens de halve finale in Hamburg versloegen. Het kan verkeren met het thuisvoordeel. Zo ook met het heffingsrecht onder belastingverdragen over pensioen- en lijfrente-uitkeringen.

De lijn van de OESO is dat het woonland het heffingsrecht heeft over pensioen- en lijfrenteuitkeringen. Nederland volgde die lijn totdat in de eerste helft van de jaren '90 opmerkelijk veel directeur/grootaandeelhouders emigreerden naar België. Eén van de redenen hiervoor was dat de opgebouwde pensioenen in Nederland fiscaal gefacilieerd waren en in België bij afkoop onbelast of laag belast waren. De in de nationale wet getroffen maatregelen tegen pensioenemigratie mochten niet baten, hiervoor moest echt het belastingverdrag worden gewijzigd.
 
In 1998 nam Nederland de eerste stap in het ‘terughalen' van de belastingheffing over oudedagsvoorzieningen. Daarbij ging het slechts om het tegengaan van pensioenafkoop via het buitenland en het voorkomen van een bijzonder (laag) buitenlands heffingsregime als Nederland de pensioenopbouw fiscaal heeft gefacilieerd.
 
Vanaf 2011 streeft Nederland naar het overeenkomen van bronstaatheffing voor fiscaal gefacilieerd opgebouwde pensioenen, onafhankelijk van de fiscale behandeling van de pensioenen in de (nieuwe) woonstaat van de pensioengerechtigde. In de tussentijd zijn onder andere de verdragen met België, Portugal en Noorwegen aangepast. In die verdragen behoudt Nederland zich het recht voor om in bepaalde gevallen wel belasting te mogen heffen over in Nederland opgebouwde oudedagsvoorzieningen.
 
Daarnaast is Nederland in gesprek met Spanje, waar het klimatologisch en fiscaal goed toeven is. Ook in het nieuwe verdrag met Duitsland stelt Nederland paal en perk aan het ‘weglekken' van belastinggelden door pensioenemigratie, tenzij het totale pensioeninkomen lager is dan € 15.000.
 
Het Financieele Dagblad berichtte op 28 december 2013 uitgebreid over ‘hard geraakte pensionado's door nieuwe taksverdragen'. Twee naar Duitsland geëmigreerde landgenoten luchtten hun hart over op stapel staande wijzigingen in het belastingverdrag. Nederland gaat belasting heffen over hun oudedagsvoorzieningen, maar Duitsland moet een stapje terug doen in de belastingheffing.
 
Termen als ‘des duivels', ‘kafkaëske nachtmerrie' en ‘onbetrouwbaar' kwamen voorbij. Is het werkelijk zo erg gesteld? Duitsland belast Nederlandse oudedagsvoorzieningen veel lager dan Duitse oudedagsvoorzieningen. Slimmeriken maakten de afgelopen decennia handig gebruik van dit verschil. Niets aan te doen, volledig in overeenstemming met wetten aan beide zijden van de grens en in overeenstemming met het Verdrag. Al die tijd hebben de pensionado's het thuisvoordeel gehad. Maar net als bij het voetbal is het thuisvoordeel niet eeuwig gegarandeerd.
 
Ik snap de Nederlandse wetgever wel. Die wil iets terugzien van het fiscaal faciliteren van pensioenopbouw. Vanuit dat oogpunt is het niet verrassend dat Nederland bij nieuwe belastingverdragen een andere koers vaart. Uit sportieve overwegingen krijgen reeds in Duitsland woonachtige pensionado's een blessuretijd (overgangsregeling) van zes jaar. Prima, zo hoort dat in fiscalibus als geen sprake is van bestrijding van misbruik. Maar ik hoop dat het Nederlands elftal de volgende wedstrijd tegen Duitsland gewoon begint met 11 spelers en met een stand van 0-0.
 

 

Informatiesoort: Uitvergroot

Rubriek: Pensioenen, Internationaal belastingrecht

19

Gerelateerde artikelen