Met ingang van 4 oktober 2022 16:00 uur is de periodieke giftenaftrek afgetopt op € 250.000 per termijn. Dit is voor een verplichting die daarna is aangegaan. In de praktijk is kritisch gereageerd op deze (niet nader onderbouwde hoogte van de) aftopping. De aftopping heeft overigens gevolgen voor ‘slechts’ circa 140 fiscale partnerschappen.

De donateur die de aftrek in de IB nodig had om te kunnen schenken, zal twee keer achter zijn oren krabben alvorens tot schenken over te gaan. Hierbij denk ik bijvoorbeeld aan de ondernemer die de overwinsten van zijn onderneming duurzaam ten goede wil laten komen aan een ANBI en daartoe (een deel van) de aandelen in zijn onderneming aan een ANBI overdraagt.

Bij de vervreemding van aanmerkelijkbelangaandelen aan een ANBI is 26,9% IB verschuldigd. Deze heffing kon als gevolg van de (niet in aftrek beperkte) periodieke giftenaftrek worden gereduceerd naar (nagenoeg) nihil. Blijkens de nota van wijziging op het Belastingplan 2023 is dit ongewenst en dat is een van de redenen waarom de periodieke gift is afgetopt. Deze ondernemer zal vanaf heden de IB-claim dus uit privémiddelen moeten betalen. In de praktijk zien we dat deze claim voorafgaande aan de overdracht (grotendeels) aan het vermogen van de onderneming moet worden onttrokken. De continuïteit van de onderneming komt daardoor mogelijk in gevaar en de beoogde duurzame ondersteuning van de ANBI ook. Bij schenken en vererven van ondernemingsvermogen naar (veelal) de volgende generatie bestaat ter waarborging van de continuïteit van de onderneming een doorschuifregeling (DSR) in de IB. Kan een variant op de DSR een oplossing bieden voor de ‘filantropische’ ondernemer?

Aan de DSR zijn enkele voorwaarden verbonden. Zo wordt deze uitsluitend toegepast op de waarde van de aandelen, voor zover sprake is van ondernemingsvermogen. Dat lijkt mij ook fair. Afrekenen over vrij uitkeerbaar beleggingsvermogen heeft immers geen effect op de continuïteit van de onderneming. Wat mij betreft kan deze voorwaarde één-op-één worden overgenomen bij een DSR voor ANBI’s. Als de schenking gepaard gaat met een periodieke gift, kan de giftenaftrek worden gebruikt om de verschuldigde IB over het beleggingsvermogen te verlagen.

Anders dan bij opvolgers/natuurlijke personen is de ANBI niet belastingplichtig voor de IB. Een DSR voor ANBI’s leidt derhalve tot het definitief verloren gaan van de aanmerkelijkbelangclaim. Een voortzettingsvereiste, zoals opgenomen in art. 35e SW 1956 lijkt mij daarom gewenst. De ANBI moet de aanmerkelijkbelangaandelen gedurende een minimale periode aanhouden en tevens moet de vennootschap waarvan de aandelen zijn geschonken, de onderneming gedurende een bepaalde periode voortzetten. Hiermee wordt gewaarborgd dat de overwinsten van de onderneming ook daadwerkelijk gedurende een langere periode aan de ANBI ten goede komen. Een en ander zou kunnen worden vormgegeven door middel van een conserverende aanslag die na ommekomst van de voorgeschreven periode wordt kwijtgescholden.
In beginsel ben ik niet tegen een aftopping van een periodieke giftenaftrek. Wel tegen een niet nader onderbouwde hoogte van de aftopping en een niet nader onderzocht gevolg voor bijvoorbeeld de ondernemer die de toekomstige overwinsten ten goede wil laten komen aan een ANBI. Een DSR met een BOR-sausje kan voor deze filantropen een uitkomst bieden.

Informatiesoort: Uitvergroot

Rubriek: Inkomstenbelasting, Schenk- en erfbelasting

Focus: Focus

Carrousel: Carrousel

65

Gerelateerde artikelen