Minister Weerwind voor Rechtsbescherming heeft op 3 juli 2023 een brief aan de Tweede Kamer gestuurd over de Voortgang stelselvernieuwing rechtsbijstand. De brochure 'Probleem- en oorzakenanalyse procedeergedrag overheid' is als bijlage bijgevoegd. Ook de Belastingdienst/Particulieren is bekeken. De brochure is een samenraapsel van enkele juiste en verder algemene tendentieuze en onjuiste constateringen.

Er zijn zeker onnodige procedures, maar het is in zijn algemeenheid een deels onjuist en deels politiek oordeel dat er 'vanuit wetgeving en in de uitvoeringspraktijk te weinig ruimte is om burgergericht te werken'. Recht doen kost alleen tijd, zoals is beoogd door de Awb-wetgever. De kern is dat bestuursorganen het contact tussen uitvoeringsorganisaties en burgers en bedrijven hebben afgeknepen. Dat menig bestuursorgaan stelt te ontdekken dat contact met de burger tot draagvlak voor besluiten leidt en de bedoeling van de wetgever een onderdeel van rechtsvinding is, illustreert slechts dat jarenlang met de wet een loopje is genomen. Dat burgers zich dan organiseren was te voorzien. Bovendien is de rechtsbescherming buiten bezwaar en beroep lager. De fiscus weet inmiddels dat beide tot enorme aantallen bezwaren leidt. En tot verlies van vertrouwen, wat onder meer weer leidt tot de roep om een Taxpayers advocate service.

Rechtsbijstand en rechtspraak de maat te nemen, zonder adequate aandacht voor die kaalslag in het contact tussen bestuursorganen en burgers en bedrijven en zonder aandacht voor de rol van de wetgever, schiet tekort. Want bestuursorganen kunnen meer doen om de ruimte in het recht daadwerkelijk toe te passen. Het op 94 pagina’s viermaal vinden van de term ‘wetgever’ illustreert de eenzijdigheid en ontbrekende diepgang van de probleemanalyse.

Toch worden op deze wankele fundamenten aanzetten gegeven die mijns inziens gaan leiden tot het (verder) terugschroeven van het niveau van rechtsbijstand. Zo lijkt het mij voor de rechtsbescherming fantastisch dat 'juridische bijstand procedures kan aanjagen' Ik vind het schokkend dat dit in een negatieve context wordt geplaatst. Op enkele incidenten na, zoals met no-cure-no-pay-bureau’s, hebben fiscale advisering en advocatuur fundamenteel bijgedragen aan de rechtsbescherming. Zij werken, uitzonderingen dus daargelaten, de-escalerend en voorkomen procedures. Want nogmaals, niet betwiste besluiten zijn niet per definitie juiste besluiten. Het uitdiepen van die 'aanjager van procedures' mis ik. Ook de wijze, waarop de rechter bot wordt weggezet, is onder de maat. Vanuit de fiscale praktijk herken ik geenszins dat rechters in zijn algemeenheid onvoldoende kritisch zijn jegens de overheid en beslissingen onvoldoende bijdragen aan een duurzame oplossing van het geschil.

Ik vind deze lijn dus opmerkelijk, te meer omdat bij dezelfde brief het WODC-rapport over de (ontbrekende) rechtsbijstandsverlening in vroegere kinderopvangtoeslagzaken is gevoegd. Het gaat niet aan het niveau van (fiscale) rechtsbescherming te bepalen op basis van het handelen van een handvol adviseurs, zonder naar de kern te kijken. En dat terwijl de rechter bovendien inmiddels duidelijk grenzen begint te stellen.

De belastingrechtspraak functioneert in het algemeen uitstekend. Het is te verwachten dat de eenzijdigheid, waarmee de procespraktijk nu ter discussie wordt gesteld, zal leiden tot voorstellen die ten koste gaan van de rechtsbescherming van burgers en kleine bedrijven. Dit lijkt mij onwenselijk. Het is effectiever om meer oog te hebben voor de kwaliteit van besluiten, zowel inhoudelijk als procedureel.

Informatiesoort: Uitvergroot

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Carrousel: Carrousel

Focus: Focus

1589

Gerelateerde artikelen