In toenemende mate wordt door internationale en nationale instanties van belastingplichtigen transparantie over hun belastingpositie en –strategie gevraagd. Soms is dat op vrijwillige basis, al dan niet onder het ‘pakkende' motto in de titel van deze bijdrage. Regelmatig echter is er sprake van een zekere mate van dwang die uiteen kan lopen van een ‘offer you can't refuse' tot aan een regelrechte boetebedreiging bij niet-nakoming van de opgelegde informatieverplichting.

Ik noem als voorbeeld in internationaal verband het door de OECD voorgestelde BEPS Action Plan 12 wat aan belastingplichtigen en/of hun adviseurs mandatory disclosure voorschrijft als zij agressieve belastingstructuren implementeren. Niet-nakoming van deze verplichtingen zou tot sancties moeten leiden, wat mijns inziens op gespannen voet met het verbod van zelfincriminatie staat. Ik hoop dat dit voorstel in Nederland niet wordt ingevoerd; wij hebben betere wegen om tot juiste en rechtvaardige belastingheffing te komen.

Een ander voorbeeld is BEPS Action 13 met betrekking tot Country-by-country reporting. We zien soortgelijke bewegingen op EU-niveau waar de Europese Commissie recent een Tax Transparency Package heeft voorgesteld. Daarin is voorzien in automatische uitwisseling van cross-border rulings en advance pricing agreements en is een communicatie opgenomen over (onder andere) transparency requirements on aggressive tax planning.

E-commissaris Moscovici maakte onlangs duidelijk dat het de Europese Commissie ernst is met de automatische uitwisseling van rulings. Hij zei:

‘‘Unlike the current provisions for tax rulings, there will be no escape clauses, and no room for interpretation, on these requirements. The information that tax authorities must exchange will be pre-defined. It will be comprehensive enough to allow Member States to assess whether a tax ruling is relevant to them.''

Ook op nationaal niveau zijn vergelijkbare ontwikkelingen aan te wijzen. Voorbeelden zijn het enkele jaren geleden ingevoerde art. 10a AWR en de meldingsverplichting onder de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme, maar ook de vrijwillige melding van fiscaal relevante gebeurtenissen onder Horizontaal Toezicht. In de recente tuchtrechtspraak van de Accountantskamer is in dit verband een merkwaardige uitspraak aan te wijzen. De Accountantskamer beperkte de geheimhoudingsverplichting van de accountant zodanig dat deze de verplichting heeft bij vermoeden van een omvangrijke fiscale fraude dit te melden aan de Belastingdienst.

De omvang van deze bijdrage staat niet toe deze ontwikkelingen verder uit te werken. Het gaat me erom dat de gevraagde transparantie een eenzijdig karakter kent. Belastingplichtigen en hun adviseurs worden in meer of mindere mate gedwongen gegevens openbaar te maken. Het komt me echter voor dat transparantie ook van de Belastingdienst mag worden verwacht. Helaas zie ik dat onvoldoende terug. De weigering om de naam van een tipgever bekend te maken, is mijns inziens daarvan een slecht voorbeeld. In de praktijk zie ik verder regelmatig dat de Belastingdienst het inzagerecht van belastingplichtigen wenst te beperken. Ik acht dat onwenselijk. Van de Belastingdienst mag een magistratelijke houding worden verwacht als het gaat om delen van informatie met de belastingplichtige. Transparantie is naar mijn mening geen eenrichtingsverkeer. Quid pro quo.

 

Informatiesoort: Uitvergroot

Rubriek: Internationaal belastingrecht

9

Gerelateerde artikelen