De Wet uitwerking Autobrief II (Stb. 2016, 275 van 14 juli 2016) lijkt de discussie over de fiscale positie van de auto nog niet te beëindigen, zo constateert Ruud van den Dool.

Recent wijst de Staatssecretaris van Financiën erop dat hij de BPM wil afschaffen. De autobranche bepleit enkele dagen later weer een kilometerheffing.
 
Nieuwe wijzigingen liggen kennelijk in het verschiet. De opeenstapeling van wijzigingen met bijbehorend overgangsrecht leidt tot nauwelijks meer te bevatten regelgeving voor de auto. Deze tasten de maatschappelijke aanvaardbaarheid van de fiscale regels aan en hebben een veelheid aan procedures uitgelokt. Die gaan bijvoorbeeld over het tarief van de bijtelling, of er sprake is van een bestelwagen, of de inspecteur de nauwkeurigheid van de kilometeradministratie kan controleren met behulp van fotoapparatuur langs de (snel)wegen. Maar ook de hoogte en teruggave van de bpm en de aftrek van voorbelasting voor de auto die mede voor privédoeleinden wordt gebruikt, zijn geregeld aanleiding voor een fiscale procedure. Zelfs massaal-bezwaarprocedures en procedures over de mogelijke schending van mensenrechten komen voor! We zijn inmiddels zelfs zover dat fiscalisten recentelijk aankondigden proefprocedures te starten voor een overgangsregeling die nog niet eens in werking is getreden. Het lijkt, met andere woorden, maar niet op te houden. De complexiteit van de regelgeving voor auto's brengt zelfs de academische Vereniging voor Belastingwetenschap ertoe op haar komende vergadering de autobelastingen op de agenda te zetten.
 
Een simpele zoekopdracht op de termen ‘auto' en ‘belastingen' op de CPB-website leidt tot 401 hits en levert documenten op met illustere titels als ‘De politieke economie van de ombouw van de bpm, invoering en reparatie' en ‘A Social Cost Benefit Analysis of Road Pricing in the Netherlands'. De crux ligt bij de constatering van het CPB (in haar macro-economische verkenningen over 2011) dat de auto als relatief inelastisch goed een geschikte grondslag is om de gewenste overheidsuitgaven te financieren. Voor de overheid is dat aantrekkelijk.
 
Is dit alles maatschappelijk nuttig en efficiënt? Het antwoord is wat mij betreft duidelijk: Neen! De huidige situatie van over elkaar heen buitelende wijzigingen en aankondigingen is echt te gek. Wetgever en politici: stop hier mee! Kom nu echt eens met een eenvoudige eenduidige heffing die onafhankelijk is van merk, type en bouwjaar. Het idee van SRA om de auto die voor privédoeleinden wordt gebruikt (ongeacht de omvang daarvan), aan te merken als eindheffingsloon lijkt aantrekkelijk. Werknemers hoeven zich in een eindheffingssysteem niet meer druk te maken over de auto van de zaak. Misschien kan in aanvulling daarop een aftrekbeperking voor de kosten van personenauto's worden overwogen, eventueel met een uitzondering voor specifiek aangewezen puur zakelijke auto's. Maak de fiscale behandeling en zeker de behandeling in de loonbelasting onafhankelijk van allerlei technische en milieuaspecten. Schaf verder alle andere autoheffingen behalve de accijns of een kilometerheffing af. En het belangrijkste: wijzig vervolgens ten minste 10 jaren niets meer. Drastisch? Jazeker! Maar gezien alle ontwikkelingen de laatste jaren heiligt wat mij betreft het doel de middelen. Dan kunnen fiscalisten zich weer bezighouden met zaken die er echt toe doen.

 

Informatiesoort: Uitvergroot

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

16

Gerelateerde artikelen