Recent is een aantal documenten over het ‘‘nalevingstekort'' vrijgegeven. Daaruit komt naar voren dat veel belastingplichtigen nog steeds een deel van de inkomsten niet aangeven. In zoverre zou Nederland wellicht als een belastingparadijs voor (sommige) fraudeurs kunnen gelden. Maar wat dan te denken van het fiscale privilege voor de leden van het Europees Parlement? Wie zou niet willen wonen in Nederland tegen minder dan de helft van het gangbare tarief? Mag ook dat in zoverre een belastingparadijs worden genoemd?

De EU heeft sinds kort een lijst van ‘‘non-coöperative juridisdictions''. In het spraakgebruik de zwarte lijst van tax havens. Daar zit wel enig verschil tussen. In het eerste geval ligt de nadruk op het desgevraagd niet willen meewerken aan het wegnemen van een of meer van de kenmerken die bepalend zijn voor de plaatsing op de lijst. De tweede betiteling heeft meer van een eenzijdige schandpaalprocedure. Des te opvallender was het streven van het lid van het Europees Parlement, Paul Tang, om Nederland - naast ook Malta, Ierland en Luxemburg - opgenomen te krijgen in de ‘‘zwarte lijst''. Het door hem ingediende amendement kreeg evenveel stemmen voor als tegen en werd daarmee verworpen. Het draaide om de stelling dat Nederland niet zou voldoen aan het criterium van ‘‘fair taxation''. Daartoe werd het criterium wel anders uitgelegd dan door de Europese Commissie. Die vraagt, kort gezegd, om een nette winstbelasting met een redelijk tarief. Er mag geen sprake zijn van schadelijke preferentiële regimes of het faciliteren van offshore-constructies of -regelingen die geen weerspiegeling vormen van de reële economische activiteit in het
land.

Voor Tang en zijn medestanders was kennelijk een onderzoek van de Universiteit van Gent een belangrijke inspiratie. Dat onderzoek stelde dat 23% van alle stromen naar tax havens via Nederland loopt. Dat Nederland dat toelaat en bijvoorbeeld geen (bron)heffing inhoudt, zou maken dat er geen sprake was van ‘‘fair taxation''. Nu lijkt het mij niet direct fair om bronheffing te willen inhouden op stromen die hun oorsprong vinden in een ander land als dat land het zelf niet nodig vindt om die stromen te belasten. Maar misschien moet ik dat breder zien, in het licht van het wereldwijd tegengaan van belastingontwijking. Juist dan echter zien we dat Nederland al eenzijdig maatregelen treft en transparantie betracht door informatie-uitwisseling. Bovendien heeft Nederland zonder meer de totstandkoming van het Multilaterale Instrument (MLI) onderschreven en maakt ook nog haast met de implementatie ervan. In beginsel kan iedere verdragspartner die evenveel haast maakt met de implementatie van het MLI, daarmee een beroep doen op de antimisbruikbepalingen van het MLI. Waarom zou Nederland dan nog als ‘‘belastingparadijs'' moeten worden aangemerkt?

De vraag of in Nederland sprake is van "fair taxation" is echter ook vanuit een ander perspectief te bezien. Recent is naar aanleiding van een Wob-verzoek een aantal documenten over het ‘‘nalevingstekort'' vrijgegeven. Daaruit komt naar voren dat veel belastingplichtigen nog steeds een deel van de inkomsten niet aangeven. Dan gaat het over belastingontduiking. De fiscus lijkt daar (nog steeds) onvoldoende greep op te krijgen. In zoverre zou Nederland wellicht als een belastingparadijs voor (sommige) fraudeurs kunnen gelden. Wat dan overigens te denken van lidstaten die een aanzienlijk grotere "tax gap" kennen dan ons land, maar op dat vlak minder inspanning lijken te plegen? En ten slotte het fiscale privilege voor de leden van het Europees Parlement? Wie zou niet willen wonen in Nederland tegen minder dan de helft van het gangbare tarief? Mag ook dat in zoverre een belastingparadijs worden genoemd?

Informatiesoort: Uitvergroot

Rubriek: Inkomstenbelasting, Internationaal belastingrecht

19

Gerelateerde artikelen