Onlangs haalde ik een vriend af van Schiphol. Hij woont in Amerika. We reden over de A-10 bij Amsterdam langs de mêlee van kantoortorens. ‘Wat is dit allemaal?', vroeg mijn vriend die lang niet in Nederland was geweest. 'Kijk', zei ik, ‘dit noemen ze hier de Zuidas. In die torens werken veel juristen. Allemaal knappe jongens en meisjes die internationale bedrijven helpen om zo min mogelijk belasting te betalen', flapte ik eruit.

‘Aha', riep hij, ‘ the axis of evil, de as van het kwaad'. Oei. Had ik iets verkeerds gezegd? In Amerika had mijn vriend in de krant gelezen dat de Rolling Stones samen met U2, gelokt door het gunstige Nederlandse belastingklimaat, al tientallen jaren in Amsterdam zetelden. ‘Ja , dat klopt', antwoordde ik, ‘maar die zitten aan de veel deftiger Herengracht'. ‘Oh, dus heel Nederland zit er vol mee?', probeerde hij weer.

‘Vanaf 2015 wordt een deel van de A-10 ondergronds aangelegd', vertelde ik. ‘Maar dat betekent niet dat alles wat hier gebeurt ondergronds gebeurt. Natuurlijk zijn er fiscale sluiproutes, maar dat is niet altijd hetzelfde als illegaal. In de internationale belastingwereld mag je nu eenmaal aan treaty shopping doen. Als je woont in land A en je doet zaken doet met een bedrijf in land B, met welk land geen of een ongunstige belastingafspraken zijn gemaakt, dan doe je die zaken gewoon via een opgepoetste brievenbus in land C, met welk land jouw land wel goede fiscale afspraken heeft gemaakt'. Mijn vriend reageerde: ‘Maar is dat dan geen fraude?' Ik zuchtte even. Ik weet dat de Nederlandse belastingrechter wel fraus legis toepast bij nationale belastingkwesties, maar niet zozeer in de sfeer van fraus conventiones. Maar dat vond ik te moeilijk om allemaal uit te leggen.

Mijn vriend gaf niet op. Hij had ook gelezen dat je als buitenlandse onderneming zo prettig afspraken kon maken met de Nederlandse Belastingdienst. Ik vertelde dat dat gaat om een APR of een ATR. En dat de Nederlandse staatssecretaris met de hete adem van de EU in z'n nek telkens z'n best doet om uit te leggen, dat het maken van zulke afspraken over at arms length's verrekenprijzen met de Belastingdienst een eerlijke zaak is en niet in strijd met belastingwetten of verdragen. ‘Zou dat echt waar zijn?', vroeg mijn vriend. Ik zei: ‘Je moet die internationale concerns met hun verrekenprijzen zo zien. Het is als een paard, waarvan je alleen het mooie hoofd door de staldeur ziet. Wat er allemaal achter zit, zie je dus niet.' Dit laatste begreep mijn vriend wel.

Weer thuisgekomen bedacht ik dat de Belastingdienst ook nu al bevoegd is het gehele paard te zien en zij de eigenaar kan verplichten om het dier voor, achter, links, rechts, onder en boven op het röntgenapparaat te leggen. Ook kan de Belastingdienst haar indruk met andere belastingautoriteiten delen. Ik ben daarom van mening dat de bal nog bij de politiek ligt om ervoor te zorgen dat dit laatste ook daadwerkelijk gebeurt door het maken van betere internationale afspraken. Aan bedrijven en adviseurs kan dan wellicht worden voorgehouden dat het onwenselijk is dit proces te dwarsbomen.

Informatiesoort: Uitvergroot

Rubriek: Internationaal belastingrecht

14

Gerelateerde artikelen