Een van de kennelijk meest brisante fiscale maatregelen van het nieuwe kabinet betreft de afschaffing van de dividendbelasting. Naar mijn mening is afschaffing van de dividendbelasting niet de weg die wij moeten opgaan. In plaats daarvan kan beter de vennootschapsbelasting worden afgeschaft.

Een van de kennelijk meest brisante fiscale maatregelen van het nieuwe kabinet betreft de afschaffing van de dividendbelasting, zoveel is wel duidelijk geworden na de uitgestelde ‘‘Algemene politieke beschouwingen'' in de Tweede Kamer. Afschaffing van de dividendbelasting is trouwens niet een geheel accurate aanduiding, want de dividendbelasting wordt helemaal niet afgeschaft. Hij blijft gehandhaafd voor misbruiksituaties en in relatie tot zogenoemde ‘‘low tax jurisdictions''. En er komt zelfs een nieuwe bronbelasting bij, namelijk één op renten en royalty's in dezelfde twee situaties.

Naar mijn mening is afschaffing van de dividendbelasting niet de weg die wij moeten opgaan. In plaats daarvan kan beter de vennootschapsbelasting worden afgeschaft. De budgettaire opbrengst van de VPB zal flink afnemen als het tarief wordt verlaagd naar 16% respectievelijk 21%, zoals het nieuwe kabinet van plan is. De VPB marginaliseert derhalve. Belangrijker is dat de VPB steeds opnieuw een belasting blijkt te zijn die belastingplichtigen weten te ontlopen, ondanks alle anti-misbruikmaatregelen die de afgelopen 20 jaren zijn getroffen. Bijna dagelijks kan men dit in de krant lezen, in allerlei Papers en Leaks. Het blijkt uiterst moeilijk te zijn om belastingplichtigen in de VPB te ‘vangen' en misschien moeten we wel erkennen dat dit ook nooit zal lukken. Alles omvattende – ‘comprehensive' – winstbelastingen, gebaseerd op winst – opbrengst minus kosten – blijken steeds weer te kwetsbaar te zijn.

In plaats van de VPB kunnen wij mijns inziens daarom beter overstappen op een systeem van bevrijdende bronbelastingen op dividenden, renten en royalty's. De huidige geglobaliseerde wereld dwingt tot eenvoudige belastingen die zoveel mogelijk heffen aan de bron. Bronbelastingen hebben als voordeel dat die veel moeilijker zijn te ontgaan. En de belasting wordt daar betaald, waar de bedrijfswinsten worden gegenereerd, een uitgangspunt dat internationaal algemeen is aanvaard.

Zo'n stelsel van bevrijdende bronbelastingen op dividenden, renten en royalty's is daarnaast aanzienlijk eenvoudiger in wetgeving en uitvoering dan de huidige VPB. Zo is volstrekt irrelevant dat dividend niet aftrekbaar is en renten en royalty's wel. Evenmin is relevant dat het aandeel, de lening of het immateriële actief met vreemd vermogen is gefinancierd. Bekende VPB-regelingen als de deelnemingsvrijstelling, fiscale eenheid, fusies, splitsingen en interne reorganisaties en zelfs
verliesverrekening zijn overbodig en kunnen de prullenbak in. Een bronbelasting interesseert zich nu eenmaal niet voor dit soort zaken.

Uiteraard is het niet alles goud wat er blinkt en kennen bronbelastingen hun eigen kwetsbaarheden. Zonder volledig te zijn noem ik het uitsteleffect doordat met name dividenden - voor renten en royalty's geldt dit in mindere mate - zullen worden opgepot, de samenhang met de IB, in het bijzonder met de IB-ondernemer, de internationale dubbele belastingheffing op inkomende dividenden, renten en royalty's, de EU-moederdochter- en -renteroyaltyrichtlijn die immers bronbelastingen op dividenden, renten en royalty's binnen de EU verbieden, en last but not least de belastingverdragen waarin lagere bronbelastingpercentages voor dividenden, renten en royalty's zijn afgesproken. Stuk voor stuk problemen die moeten worden opgelost. Desondanks meen ik dat een systeem van bevrijdende bronbelastingen op dividenden, renten en royalty's ter vervanging van een algemene VPB het verdient om serieus te worden onderzocht. Wie pakt de handschoen op?


 

 

Informatiesoort: Uitvergroot

Rubriek: Vennootschapsbelasting, Dividendbelasting

20

Gerelateerde artikelen