In V-N 2022/56.5 is aandacht besteed aan de VN-resolutie 77/244 over versterking van de internationale samenwerking op belastinggebied en de reactie daarop van het Nederlandse kabinet. Op 8 augustus 2023 hebben de Verenigde Naties als vervolg op die resolutie een advance unedited versiongepubliceerd. In dit VN-document wordt allereerst gedefinieerd wat moet worden verstaan onder inclusive and effective international tax cooperation. 

Van belang is het deelnemen aan bijeenkomsten, het invloed hebben op het vaststellen van de agenda, de beslissingen, de implementatie en het beslechten van geschillen. Inclusieve en effectieve samenwerking vereist volgens het document verder wettelijk vastgestelde processen voor het nemen van beslissingen.

In het volgende hoofdstuk van het document wordt geïnventariseerd hoe inclusief en effectief de huidige internationale samenwerking op belastinggebied is, waarbij wordt gekeken naar de activiteiten die zijn ontwikkeld binnen de OESO en de VN. Het zal niet verbazen dat de conclusie is dat de huidige internationale samenwerking op belastinggebied niet voldoet aan de hierboven geformuleerde vereisten voor inclusieve en effectieve samenwerking op belastinggebied.

Het document noemt drie verschillende mogelijkheden om de samenwerking van staten op belastinggebied te verbeteren:

  1. Een multilateraal belastingverdrag;
  2. Een raamwerkverdrag voor internationale samenwerking op belastinggebied; en
  3. Een raamwerk voor internationale samenwerking.

Een combinatie van verschillende mogelijkheden is ook mogelijk.

Een multilateraal belastingverdrag zou een groot aantal belastingonderwerpen moeten bevatten, waaronder regels over de verdeling van heffingsrechten overeenkomstig de regels die thans in bilaterale belastingverdragen zijn opgenomen. Als we naar verschillende bepalingen van het VN-modelverdrag kijken en deze vergelijken met het Nederlandse verdragsbeleid, ligt het niet voor de hand dat Nederland in een multilateraal verdrag zal instemmen met bepalingen die haaks staan op het Nederlandse verdragsbeleid en die Nederland ook in bilaterale verdragen niet accepteert. Veel andere landen, met name OESO-en EU-lidstaten, zullen waarschijnlijk vergelijkbare bedenkingen hebben, terwijl veel ontwikkelingslanden deze bepalingen juist wel willen.

Een raamwerkverdrag dat de kernprincipes van internationale samenwerking op belastinggebied bevat, lijkt een realistischere optie. De vraag is wel welke principes in een dergelijk raamwerkverdrag zullen worden opgenomen en of dit verdrag qua inhoud niet veel gaat lijken op het huidige WABB-verdrag dat door 147 jurisdicties is ondertekend.

Een kenmerk van de derde optie, een raamwerk voor internationale samenwerking is dat sprake is van een niet-verplichtende agenda. Het min of meer vrijblijvende karakter van deze mogelijkheid is zowel een voordeel als een nadeel. Daar staat tegenover dat het feit dat het raamwerk tot weinig tot niets verplicht ook landen over de streep kan trekken.

Het document gaat ten slotte nog in op de mogelijke vervolgstappen. Deze vervolgstappen zijn echter afhankelijk van de door de VN General Assembly te maken keuzes. Veel landen hebben echter bedenkingen bij de huidige, leidende rol van de OESO. Maar wat hiervan ook zij, we gaan in elk geval interessante tijden tegemoet.

Rubriek: Internationaal belastingrecht

Informatiesoort: Uitvergroot

Focus: Focus

510

Gerelateerde artikelen