Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de terreinen niet in hun geheel zijn aan te merken als aanhorigheid bij de woning. X maakt niet aannemelijk dat het resterende deel van de terreinen behoort bij het woondeel, daarbij in gebruik is en daaraan dienstbaar is.

X koopt een woning met een tuin en twee terreinen. Voor de woning en de tuin wordt overdrachtsbelasting voldaan naar het tarief van 2%. Voor de terreinen geldt het tarief van 8%. Na het bezwaar wordt het 2%-tarief ook van toepassing verklaard op een deel van de terreinen, en wel voor het deel tot 109 meter vanaf de achtergevel van de woning. Dit vormt namelijk een aanhorigheid bij de woning. X is echter van mening dat het tarief van 2% van toepassing is op de terreinen als geheel.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de terreinen niet in hun geheel zijn aan te merken als aanhorigheid bij de woning. X maakt niet aannemelijk dat het resterende deel van de terreinen behoort bij het woondeel, daarbij in gebruik is en daaraan dienstbaar is. Dat de percelen tezamen zijn gekocht van één verkoper is niet van belang. X heeft recht op een teruggaaf omdat hij en de inspecteur zijn overeengekomen dat een deel van de terreinen is aan te merken als natuurgrond, waar een vrijstelling voor geldt (art. 15 lid 1 onderdeel s WBR).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op belastingen van rechtsverkeer 14

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Editie: 25 augustus

Informatiesoort: VN Vandaag

449

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen