De Hoge Raad oordeelt dat het hof buiten de grenzen van het geschil is getreden door de omvang van het loon van de echtgenote te betrekken in de beantwoording van de vraag of het loon van een directeur-grootaandeelhouder in overeenstemming is met het gebruikelijk loon van art. 12a lid 1 Wet LB 1964.  

Belanghebbende, X bv, exploiteert een uitzendbureau. Zowel de directeur en enig aandeelhouder B als diens echtgenote verrichten werkzaamheden voor de bv. Schriftelijke arbeidsovereenkomsten en urenregistraties ontbreken echter. B is arbeidsongeschikt en geniet een arbeidsongeschiktheidsuitkering. In de jaren 2006, 2007 en 2008 ontvangt B voor zijn werkzaamheden een beloning van respectievelijk € 4.899, € 5.112 en € 5.885. Zijn echtgenote ontvangt beloningen van respectievelijk € 30.984, € 55.013 en € 45.248. De inspecteur legt X bv een naheffingsaanslag loonheffing op waarbij de lonen van beide echtgenoten worden gecorrigeerd naar het gebruikelijke loon (€ 39.000 respectievelijk € 40.000). Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur de feitelijk door B en diens echtgenote genoten lonen ten onrechte heeft gecorrigeerd naar het gebruikelijke loon. De Hoge Raad oordeelt dat het hof buiten de grenzen van het geschil is getreden door de omvang van het loon van de echtgenote te betrekken in de beantwoording van de vraag of het loon van een directeur-grootaandeelhouder in overeenstemming is met het gebruikelijk loon van art. 12a lid 1 Wet LB 1964. Immers, de beantwoording van die vraag is niet afhankelijk van de omvang van de aan de echtgenote als loon betaalde bedragen, en de belastingheffing ter zake van die betalingen was tussen partijen niet in geschil. De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van de staatssecretaris gegrond en verwijst de zaak naar Hof Amsterdam ter verdere behandeling en beslissing van de zaak, met inachtneming van dit arrest.  

 

Lees ook het thema over Gebruikelijk loon en verzekeringsplicht DGA.

 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 12a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 22 april

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen