De Kennisgroep successiewet stelt dat voor de Successiewet 1956 bij de bepaling van de waarde in het economische verkeer van voorwerpen ten tijde van de verkrijging, geen rekening wordt gehouden met verkoopkosten, zoals veilingkosten.

A erft kunstvoorwerpen die kort na de verkrijging via een veiling worden verkocht. De daarbij gemaakte veilingkosten wil A in mindering brengen op de waarde in het economische verkeer van de kunstvoorwerpen. De Hoge Raad heeft eerder geoordeeld dat makelaarskosten niet in mindering komen op de waarde in het economische verkeer (HR 19 januari 1994, 29 383, V-N 1994/582, 32). Wat voor makelaarskosten geldt, geldt ook voor andere verkoopkosten zoals veilingkosten, aldus de kennisgroep.

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 21

[Nieuwsbron]

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Informatiesoort: VN Vandaag

Editie: 10 mei

211

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen