Elke week een overzicht van de relevante arresten die de Hoge Raad op vrijdag vrijgeeft.
De Kennisgroep IBR IB niet-winst/LB/PH aanslag heeft enkele vragen beantwoord over de toepassing van de non-discriminatiebepaling als bedoeld in art. 26 lid 2 van het belastingverdrag Nederland-België. Er worden drie verschillende situaties besproken.
De Hoge Raad oordeelt dat A ervan mocht uitgaan dat hij alle relevante informatie had verstrekt. Het is niet relevant hoe het pensioen feitelijk in de Belgische heffing is betrokken, maar hoe dat pensioen juridisch in de Belgische heffing moet worden betrokken.
De Hoge Raad oordeelt op het cassatieberoep van de staatssecretaris dat het voor het vrijstellen van betalingen aan X wegens zogeheten ‘expenses’ onder de werkkostenregeling niet nodig is dat de werkgever deze als eindheffingsbestanddelen heeft aangewezen.