Artikelen van Daniël Smit
Een vaste inrichting (VI) is geen inwoner in de zin van belastingverdragen. Menig afgestudeerd fiscalist zal dit tijdens zijn of haar fiscale studie voorbij hebben horen komen.
Net als binnen de Nederlandse rechterlijke macht hebben de rechters van het Hof van Justitie EU in Luxemburg te maken met een toenemende werkdruk. Het aantal zaken stijgt en de inhoud wordt complexer. De gemiddelde doorlooptijd per zaak ligt op dit moment rond de zeventien maanden en tekenen dat het tij op korte termijn gaat keren, zijn er niet. Het recht op toegang tot de rechter ex art. 47 EU-Handvest komt hiermee onder druk te staan.
Kortgeleden is het conceptwetsvoorstel Wet minimumbelasting 2024 voor internetconsultatie aangeboden. Met deze consultatie neemt de wetgever alvast een voorschot op de implementatie van de eind vorig jaar voorgestelde pijler 2-richtlijn (een soort fair-share-richtlijn). Hoewel op dit moment Hongarije unanieme aanname van deze richtlijn blokkeert, is de verwachting dat de inhoud van het richtlijnvoorstel uiteindelijk, linksom of rechtsom, zal worden aangenomen. Verstandig dus dat de wetgever hier alvast op vooruitloopt.
De start van het OESO BEPS-project is alweer bijna tien jaar geleden. Met dit project wilde de OESO onder andere internationale fiscale mismatches de das om doen. Denk daarbij aan een aftrek in land A zonder corresponderende bijheffing in land B. Soms zoeken bedrijven dit soort mismatches bewust zelf op, maar soms creëert de wetgever of rechter die ook zelf. Een voorbeeld van dat laatste is het zogeheten Bosal-gat.
Het Unierechtelijke misbruikleerstuk staat in de fiscale wereld al een tijd volop in de belangstelling. Binnen de vennootschapsbelasting wordt het Nederlandse leerstuk van fraus legis sinds 2019 genormeerd door de Unierechtelijke leer.
Fiscale staatssteun staat al een tijd in de belangstelling. Grote zaken als Starbucks, FIAT en Apple, allen betreffende transfer pricing, hebben de afgelopen jaren volop de aandacht getrokken. Mag de Europese Commissie de winstbepaling door lidstaten toetsen aan een autonome Unierechtelijke norm? Het laatste woord is hierover beslist nog niet gezegd.
Dit voorjaar wordt het consultatiedocument voor een nieuwe groepsregeling in de VPB verwacht. Aanleiding vormt de Italiaanse telecomzaak uit 2018. In deze zaak kon de belastingplichtige met een beroep op het EU-recht de renteaftrekbeperking van art. 10a Wet VPB 1969 uitschakelen. In een puur binnenlandse situatie zou deze renteaftrekbeperking als gevolg van het fiscale-eenheidsregime namelijk ook buiten toepassing blijven.
Prinsjesdag 2019 brengt een belangrijke ontwikkeling met zich mee op het gebied van het internationaal belastingrecht: Nederland neemt afscheid van een van haar fiscale kroonjuwelen, althans gedeeltelijk.
"All companies, big or small, multinational or not, should pay their fair share of tax." Spierballentaal uit 2015 uit de mond van de Eurocommissaris voor Mededinging. Want sinds wanneer bepaalt de DG Mededinging wat fair is en wat niet? Gaan de EU-lidstaten daar zelf niet over? Volgens de Europese Commissie (EC) in ieder geval niet.
Nog een paar maanden en dan wordt de (eerste) EU-antibelastingontwijkingsrichtlijn (ATAD) in Nederland van kracht.