Artikelen van Eric van Uunen
In de voorgestelde Wet tegenbewijsregeling box 3 wordt het zakelijkheidsbeginsel geïntroduceerd bij de verhuur en het eigen gebruik van vastgoed en voor leningen tussen gelieerde partijen. In dit tweede en laatste deel van een columnreeks over het zakelijkheidsbeginsel, behandel ik de rente bij leningen tussen gelieerde partijen.

In de voorgestelde Wet tegenbewijsregeling box 3 wordt het zakelijkheidsbeginsel geïntroduceerd bij de verhuur en het eigen gebruik van vastgoed en voor leningen tussen gelieerde partijen. In twee columns ga ik in op dit zakelijkheidsbeginsel, te beginnen met de verhuur en het eigen gebruik van vastgoed.

Op 13 maart 2025 stuurde de staatssecretaris van Financiën het voorstel van de ‘Wet tegenbewijsregeling box 3’ naar de Tweede Kamer (TK 36.706, nr. 2), vergezeld van onder andere een Memorie van Toelichting (TK 36.706, nr. 3). Met veel respect las ik hoe de staatssecretaris de oekazes van de Hoge Raad heeft gecodificeerd. Veel bewegingsruimte had de staatssecretaris daarbij overigens niet, omdat de Hoge Raad betrekkelijk uitvoerig was bij het opschrijven van de rekenregels voor de bepaling van het werkelijk rendement.

Op 1 juli 2025 verandert de splitsingsvrijstelling in de overdrachtsbelasting. Voor het mkb is dit een hele vervelende verandering, want die brengt voor ondernemers een lastenverzwaring met zich mee en het maakt toekomstige bedrijfsopvolgingen een stuk ingewikkelder.

Soms krijg je een klant op spreekuur, met ernstige buikklachten. Homo ethicus die je bent, probeer je die klant tijdens het consult te helpen. Want als een klant zich niet helemaal lekker voelt, wil je dat oplossen. Daarvoor heb jij het mooiste vak van de wereld, dat van belastingadviseur, gekozen: mensen helpen.

Naar aanleiding van mijn vorige column over de berekening van het werkelijk rendement in box 3, kreeg ik tal van opmerkingen en vragen over investeringen in onroerende zaken. In hoeverre leiden die investeringen nou wel of niet tot een waardestijging die tot het werkelijk rendement in box 3 behoort. De hoofdregel luidt immers dat het verschil in eindwaarde van een onroerende zaak (op 31 december van enig jaar) en de beginwaarde daarvan (op 1 januari van dat jaar) een belaste vermogensmutatie vormt. Maar wat nu als die waardestijging is veroorzaakt door investeringen door de eigenaar zelf? In hoeverre is ook dan sprake van een belaste waarde-aanwas?

Na 14 arresten van de Hoge Raad sinds juni 2024 en zes Kamerbrieven naar aanleiding van deze arresten, kunnen we een redelijk zorgvuldige inschatting maken van wat in box 3 onder het begrip ‘werkelijk rendement’ moet worden verstaan. Een belangrijke variabele, want als in enig belastingjaar het werkelijk rendement lager is dan het forfaitaire rendement, hoeft een belastingplichtige niet meer belasting te betalen dan over het werkelijk rendement.

Als vannacht om 00:00 uur op NPO Radio 2 de gong van Queen’s Bohemian Rhapsody klinkt, denken de meesten aan oliebollen, champagne, gelukwensen en vuurwerk. Een enkeling aan het doorslikken van ‘doce uvas’. Deze gedeformeerde geest denkt echter aan iets heel anders, veel spannender, de nieuwe peildatum voor box 3! Tsjonge, wat gaat de tijd toch snel. We kennen nog niet eens de forfaitaire rendementen voor banktegoeden en schulden per 1 januari 2024 en peildatum 1 januari 2025 dient zich alweer aan. Prachtig!

De Hoge Raad heeft op vrijdag 20 december 2024 weer vier arresten gepubliceerd over box 3, deze keer met de tweede woning als thema. Daarmee staat de teller inmiddels al op 18. In de laatste reeks van arresten geeft hij antwoorden op de vragen hoe je ongerealiseerde waardeveranderingen moet bepalen en hoe het eigen gebruik van een tweede woning moet worden gewaardeerd. In eerste instantie lijken het fiscaal gunstige uitspraken, maar in tweede instantie fronsten ze wel mijn wenkbrauwen. Raken we niet van de drup in de regen?

Als u net als ik licht grijzend of kalend bent, kent u vast nog wel de reclame van WC-eend. Met daarin een man in een witte jas – dus wat hij zegt klopt – met de bekende tekst: “Wij van WC-eend adviseren: WC-eend”. Die slagzin is zijn eigen leven gaan leiden en wordt gebruikt als een deskundige een advies geeft over zijn eigen product. En daarmee zijn eigen belang dient.
