Artikelen van Hans van Leijenhorst
De Commissie Van Slooten kwam in 1992 met het voorstel de oplegging van boeten op te dragen aan een boete-inspecteur. In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel wijziging administratieve boeten en fiscaal strafrecht (nr. 23470) stelden de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Justitie zich vierkant achter het voorstel op. De specifieke verantwoordelijkheid van de boete-inspecteur voor het bepalen van de hoogte van de boete bewerkstelligt, aldus de bewindslieden, dat partijen in een gelijkwaardiger positie ten opzichte van elkaar staan. De boeteinspecteur kan in de bestuurlijke fase als het ware de functie van onafhankelijke derde vervullen. Hij is enigszins te vergelijken met de belastingrechter in de beroepsfase.
Het is met gelijk in het rechtsverkeer als met voorrang in het wegverkeer: je hébt het niet, je krijgt het.
De fiscaliteit trekt rechtsmisbruikers aan. Dat is niet verwonderlijk, want er is in de fiscaliteit met misbruik van recht snel veel geld te verdienen.
Zoals u allen bekend is, gaat staatssecretaris Wiebes alternatieven voor de bestaande vermogensrendementsheffing onderzoeken. Doel is te komen tot een heffing die door belastingbetalers als rechtvaardiger wordt ervaren en die tegelijkertijd goed uitvoerbaar is.
Beleid dat niet begunstigend is en keurig binnen de grenzen van de wet blijft, kan heel nuttig zijn, zeker. Maar het is even opwindend als de gebruiksaanwijzing van een staafmixer. Beleid wordt pas interessant als het afwijkt van de wet. Relevant beleid is ook altijd begunstigend. Dat wil zeggen dat het alle belastingplichtigen of een groep belastingplichtigen gunstiger behandelt dan de wet voorschrijft. Benadelend beleid is zinloos, omdat de belastingplichtige daaraan gewoon voorbij kan gaan. Hij beroept zich dan op de wet. Nee, alleen begunstigend beleid contra legem verdient onze aandacht.
Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat pas 200 jaar. Daarvoor was er geen Rijk, laat staan belastingheffing door het Rijk. Vele eeuwen lang was belastingheffing een decentrale aangelegenheid. Dat kon de machthebbers van het kersverse Koninkrijk niet bekoren. Zij wilden een centraal geleide eenheidsstaat. Daarin paste decentrale belastingheffing niet. Dus moest die verdwijnen. In ruim een eeuw – en wat is een eeuw op de eeuwigheid? – wisten zij bijna de gehele belastingheffing in te palmen.