Artikelen van John Seerden
Het woord krachtens trok mijn interesse vanwege een recente conclusie van A-G Wattel over de kavelruilvrijstelling in de overdrachtsbelasting die van toepassing is bij een verkrijging krachtens de Wet Inrichting Landelijk Gebied (zie V-N 2024/9.12), beter bekend als Wilg.
Een ondernemer die gebruikmaakt van de Subsidieregeling Sanering Varkenshouderijen kan een naheffing overdrachtsbelasting om zijn oren krijgen. Althans dat volgt uit een standpunt van de Kennisgroep Overdrachtsbelasting. En dit is niet het enige voorbeeld van amorele voortzettingsvereisten in de overdrachtsbelasting.
Binnen de fiscale vastgoedwereld zijn er enkele BTW-begrippen, waarover – als ware het een filosofische aangelegenheid – oneindig kan worden gediscussieerd, maar waarvan de betekenis onmogelijk is te bepalen. Denk bij verbouwingen aan het antwoord op de vraag of dit heeft geleid tot ‘in wezen nieuwbouw’ of wanneer een vakantiehuisje in BTW-technische zin als roerend of onroerend kwalificeert. Deze onduidelijkheid werkt natuurlijk door in de toepassing van de samenloopvrijstelling in de overdrachtsbelasting.
Vanaf een afstandje bekeken is de fiscale wereld best bijzonder. Deze wereld bestaat eigenlijk vooral uit een inefficiënte stapeling van denkprocessen. 'Zet twee fiscalisten bij elkaar en je krijgt drie meningen' hoor je weleens gekscherend. Ik krijg wat dat betreft het golfterreinarrest niet uit mijn hoofd.
Per 1 januari 2021 is de omstreden startersvrijstelling in de overdrachtsbelasting van kracht geworden. Deze startersvrijstelling zal per 1 april 2021 worden aangescherpt met een woningwaardegrens en een antimisbruikbepaling.
Op het wetsvoorstel Wet differentiatie overdrachtsbelasting vallen fiscaalinhoudelijk gezien de nodige (kritische) kanttekeningen bij te plaatsen. Tezamen met de (zeer) omstreden effectiviteit van deze tariefsmaatregel zouden dit voor het kabinet voldoende redenen moeten zijn om zich nog eens goed achter de oren te krabben over dit wetsvoorstel.
Wanneer de coronacrisis tot gevolg heeft dat ondernemers hun activiteiten niet langer kunnen voortzetten, kan dat een gemeen en onredelijk overdrachtsbelastingtechnisch staartje krijgen.
Het verlaagde tarief in de overdrachtsbelasting voor de verkrijging van woningen houdt de gemoederen nog steeds bezig. Aan de schier oneindige stroom procedures lijkt echter een einde te komen. De Hoge Raad heeft immers geoordeeld dat de wettelijke tariefsvermindering niet in strijd is met de regels van internationale verdragen.
In de voortdurende strijd om de bekende huisregels op te rekken, maakte ik als kind al gebruik van de doorbraakarresten. Als kleine John nul op het rekest kreeg, betoogde ik vol vuur dat ‘het van papa wel mocht' of dat mijn vriendje van vijf huizen verderop wel toestemming kreeg. In wezen beriep ik mij op de toepassing van het vertrouwensbeginsel en op de toepassing van het gelijkheidsbeginsel.
In januari van dit jaar verscheen het meest recente Besluit Fiscaal Bestuursrecht (V-N 2015/7.7). Onder het kopje ‘beleidsregel' wordt daarin gewag gemaakt van zogenoemde kennisgroepen inzake rechtstoepassing. Het begrip Kennisgroep komt als zodanig niet voor in de fiscale wetgeving.