Artikelen van Peter Hoogstraten
Tot ik het levenslicht zag was mijn vader stuurman op de grote vaart. Eenmaal aan de wal kon hij daar mooie en leerzame verhalen over vertellen. Een daarvan ging over het uitzetten van koersen, het vasthouden eraan en bij bijzondere omstandigheden het afwijken ervan.
Het leek een tijd rustig rondom de vraag of sprake is van zzp’ers of werknemers. Vanaf 2016 verschenen veel en lange voortgangsbrieven, een handhavingsmoratorium tot 2025 en een gevallen kabinet.
Recent las ik een bericht dat een oud-minister wordt beveiligd na ernstige bedreigingen. (Politieke) ambtsdragers op landelijk en regionaal niveau hebben soms (extra) beveiliging nodig.
In de tuin fluiten de vogels op dit moment het hoogste lied. Zo ook de vinkjes, die aan het einde van hun zang de bekende vinkenslag laten horen. Het vinkje is actueel, niet alleen in de tuin.
Wie deed het vroeger niet? Als het van je vader niet mocht, vroeg je het aan je moeder. En dan maar hopen dat zij ja zei. In mijn dagelijkse werk merk ik dat ook wel eens. In vooroverleg worden standpunten bij verschillende inspecteurs ter accordering voorgelegd.
Als kind speelde ik regelmatig monopoly. Doel van het spel was om zoveel mogelijk straten en steden te kopen en daar huizen en hotels te bouwen. De dobbelsteen bepaalde een groot deel van het spelverloop, maar ik herinner me ook onderhandelingen over het ruilen, al dan niet met bijbetaling, van straten. Een van de speelvakjes was minder leuk, omdat de speler niet langs ‘AF’ mocht. Hiernaar gingen mijn gedachten terug bij het lezen van het Belastingplan 2021.
De werkkostenregeling viert aan het einde van 2020 haar tweede lustrum. Of dat een reden voor een feestje is, laat ik hier buiten beschouwing; in deze coronacrisis, die nog wel zal aanhouden tot het daadwerkelijke lustrum, is weinig ruimte voor feestjes. Wel zie ik een lichtpuntje als het gaat over het aanwijzen van eindheffingsloon.
Op verschillende plaatsen in wet- en regelgeving over de loonbelasting komen de termen ‘gebruikelijk’ en ‘ongebruikelijk’ voor. Wat is de uitleg van deze ogenschijnlijk eenvoudige termen?
De loonbelastingwetgeving begon in 1941 als een eenvoudige voorheffing op de inkomstenbelasting. De belasting werd geheven van werknemers, over hun loon, waarbij de werkgever uitsluitend als onbezoldigd kassier voor de Belastingdienst fungeerde.
Een evaluatie is achteraf, dus ‘bij nader inzien’, maar toch is hiervoor eerder gewaarschuwd. Ik wil stil staan bij het loonbegrip.