Artikelen van Raymond van den Berg
Ruim anderhalf jaar na de aankondiging is vorige week het WODC-onderzoek gepubliceerd naar het oneigenlijk gebruik van de proceskostenvergoeding in onder andere het WOZ-domein.1
De teller van het aantal bezwaren tegen WOZ-beschikkingen staat volgens de waarderingskamer op 7,2%. Omdat nog niet alles is verwerkt, loopt dit percentage nog op. Opvallend is dat het nu al ruim twee keer zoveel is als vorig jaar. De uitvoering van de Wet WOZ bevindt zich dan ook in een perfect storm.
Met de stijgende energieprijzen komen veel huishoudens tot de koude conclusie dat de energielasten in de toekomst wel eens hoger kunnen zijn dan de hypotheeklasten. Gecombineerd met de stijgende rente heeft dit grote gevolgen voor de waarde van hun woning.
In deze column geen oproep om scherp te zijn op uw recent ontvangen WOZ-beschikkingen die de OZB en het afschrijvingspotentieel voor gebouwen regelt. Sommige belangen die wel samenhangen met de Wet WOZ, worden namelijk helemaal niet met die beschikking geregeld.
Inspiratie voor deze column vond ik in een uitspraak van Rechtbank Midden-Nederland over de WOZ-waarden van enkele woningen.
Binnen acht weken na de aanvang van het kalenderjaar, dus uiterlijk 26 februari, worden de WOZbeschikkingen voor dat jaar uitgereikt. Althans, dat is het wettelijk streven. Is het de heffingsambtenaar van uw gemeente gelukt om de beschikkingen tijdig te (laten) verzenden?
Ieder zijn afwijking, ik ben gefascineerd door de onderbouwing bij waarderingen van vastgoed. In die onderbouwing zie je het liefst een expliciete vertaalslag van geanalyseerde referenties naar het te waarderen object. Vooropgesteld dat elke waardering een schatting binnen een bepaalde bandbreedte is, is het niet moeilijk om van mening te verschillen over het gekozen punt, de waarde.
In april 2019 schreef de gemeente Maastricht een open brief aan de Tweede Kamer over de uit de pan rijzende proceskostenvergoedingen die moeten worden uitbetaald aan no-cure-no-paybureaus in WOZ-procedures.
Hof Arnhem-Leeuwarden heeft in april 2018 aangegeven dat zonnepanelen terecht voor een bedrag van € 3000 in de WOZ-waarde van een woning zijn begrepen. Het hof was vervolgens slim genoeg om zijn uitspraak feitelijk dicht te timmeren met de overweging ten overvloede dat de WOZ-waarde ook zonder de zonnepanelen niet te hoog is.