Artikelen van René Bruel
Op 22 januari publiceerde het CBS het prijsindexcijfer van de huizenprijzen in Nederland per december 2023. Dat was het laatste ontbrekende puzzelstukje dat nodig was om het forfaitaire rendement voor de categorie ‘overige bezittingen’ in box 3 voor 2025 te kunnen berekenen. Dat percentage komt uit op 5,87 procent. De overheid maakt dit percentage pas in december bekend in een brief aan de Tweede Kamer.
Hoewel het forfaitaire rentepercentage dat bij de belastingaangifte over 2023 geldt voor vermogen in de categorie ‘banktegoeden’ – spaargeld, desposito’s en contanten – pas in februari bekend wordt gemaakt, heeft vermogensplanner René Bruel dit percentage (0,92%) al berekend. Dit blijkt een stuk hoger te zijn dan de 0,36% die door het Centraal Planbureau (CPB) was geraamd.
Is het voordelig om nog in 2023 dividend uit te keren of kan ik afrekenen van de belastingclaim in box 2 beter uitstellen naar de toekomst? Dat is de vraag die elke directeur-grootaandeelhouder (dga) met overtollige winstreserves binnen zijn of haar bv zich zou moeten stellen. Nu het Belastingplan 2024 in de Tweede Kamer is aangenomen, inclusief het amendement om de tarieven in box 2 en box 3 met 2%-punten extra te verhogen, zijn de ingrediënten die nodig zijn om dit vraagstuk rekenkundig te benaderen in principe bekend.
Vanaf 2023 wordt de belastingheffing in box 3 bepaald door de Overbruggingswet box 3. Deze wet is gebaseerd op de forfaitaire spaarvariant, die gebruikt wordt bij het bieden van rechtsherstel naar aanleiding van het kerstarrest. De nieuwe heffingssystematiek leidt soms tot opvallende uitkomsten en planningsmogelijkheden, zo liet Eric van Uunen in zijn column van 29 november jl. al zien. In deze bijdrage analyseer ik het effect van schulden nader en vergelijk daarbij het wettelijke stelsel tot en met 2022 met de Overbruggingswet box 3.