Artikelen van Robert Franken
Als mijn vader vroeger op zaterdag de weekboodschappen ging doen, dan vulde hij vooraf thuis een cheque in. Alleen het bedrag liet hij nog open. Dat noteerde hij vervolgens bij de kassa om daar wat tijd te besparen en ergernis bij de wachtenden na hem te beperken.
Ik houd van logica. Is er bijvoorbeeld een probleem, dan moet daarvoor een oplossing komen. Daarbij geldt: 'voorkomen is beter dan genezen.' Maar het kan ook doorslaan, want we kunnen niet alles voorkomen. Zo moet er ook daadwerkelijk een probleem zijn en moet de oplossing in verhouding staan tot de ernst van het probleem.
Natuurlijk, er zijn criminelen die rechtspersonen misbruiken om zich daarachter te verhullen. En er zijn criminele ondernemers. Mij bekruipt echter steeds vaker het gevoel dat iedere ondernemer en rechtspersoon ‘er vrolijk op witwast’. Althans, dat van mij wordt verwacht dat te denken. En dat meer transparantieverplichtingen het wondermiddel zijn in de bestrijding daarvan.
De tijd van administratieve lastenverlichting voor ‘ondernemend Nederland’ ligt ver achter ons. Ooit was deze verlichting een speerpunt van het kabinet. Inmiddels duikelen de lastenverzwarende maatregelen over elkaar heen. Daarbij lijkt het erop dat het kabinet geregeld meer wordt geleid door opportunisme en makkelijk scoren dan door een behoefte aan het wegnemen van ongewenste praktijken. Het voorkomen van witwassen en terrorismefinanciering alsmede misbruik van rechtspersonen zijn hierbij populaire onderwerpen.
Het UBO-register blijft de gemoederen bezighouden. Niet zozeer het gegeven dat er een UBOregister is, maar de openbaarheid daarvan blijft veel ondernemers een doorn in het oog: waarom moet iedereen kunnen zien dat ik een belang heb van meer dan 25 procent in een onderneming? De algemene openbaarheid geeft een gevoel van onbehagen. De inbreuk op de privacy doet pijn.
Binnenkort wordt het UBO-register in Nederland ingevoerd. Door de openbaarheid daarvan vraagt het UBO-register een verregaande transparantie van Nederlandse juridische entiteiten over hun uiteindelijk belanghebbenden (UBO’s) en dus van deze UBO’s zelf.
Na een eerdere poging daartoe in 2010 heeft de wetgever in december 2018 een voorstel geconsulteerd dat stichtingen wettelijk verplicht om jaarlijks hun balans en staat van baten en lasten openbaar te maken. Het voorstel moet misbruik van stichtingen tegengaan. Maar zoals wel vaker wanneer termen als misbruik, witwassen of terrorismefinanciering worden gebruikt, verdwijnt de kritische blik.
Eerder dit jaar ontstond de nodige ophef, toen Shell de ‘‘403-verklaring’’ voor NAM introk. Volgens critici wilde Shell onder haar verantwoordelijkheid tot het vergoeden van aardbevingsschade uitkomen. Shell ‘pareerde’ dat NAM zelf een jaarrekening moet publiceren, waardoor de ‘‘403-verklaring’’ zijn waarde heeft verloren.
Waarom kiest de wetgever voor een openbaar UBO-register? Naar de werkelijke redenen blijft het gissen. Denkbaar is dat de systemen van het Handelsregister een besloten UBO-register niet of alleen met grote investeringen faciliteren.
Het mooie aan het rechtspersonenrecht is de flexibiliteit ervan. Alleen als daartoe reden is, geeft de wetgever regels, bijvoorbeeld ter bescherming van schuldeisers en (minderheids)aandeelhouders. Deze regels kunnen op grond van de redelijkheid en billijkheid (door de rechter) worden ingevuld en aangevuld, maar ook buiten toepassing worden verklaard. En dan vermoordt de praktijk de flexibiliteit, soms terecht, maar geregeld ook onterecht. Een goed voorbeeld van dit laatste is de vereenvoudigde (of evenredige) splitsing uit art. 2:334hh BW.