Een politieagent die tijdens zijn werk immateriële schade oploopt en door de rechter daarvoor een schadevergoeding – een soort smartengeld – krijgt toegekend die hij kan innen bij de veroordeelde dader, krijgt gemiddeld maar 28% van zijn vordering binnen. Er is een rechtspositionele regeling die de agent de mogelijkheid biedt zijn vordering op de dader tegen betaling van 100% daarvan over te dragen aan zijn politieregio. Die politieregio probeert vervolgens zelf de vordering te innen, maar daar staat de agent buiten. De agent behaalt op die manier een voordeel van 72% vergeleken met de situatie waarin hij zelf zijn vordering probeert te innen bij de dader. Is dat voordeel loon voor de agent?
De Hoge Raad heeft beslist dat de agent geen loon geniet als hij zijn vordering op de dader overdraagt aan zijn politieregio. Het door de agent verkregen voordeel zou wel loon zijn in de zin van de Wet op de loonbelasting, maar die wet kent ook de regeling dat een van de werkgever verkregen vergoeding die ‘naar algemene maatschappelijke opvattingen niet als beloningsvoordeel wordt ervaren' niet tot het loon behoort. Dat laatste doet zich hier voor. De rechtspositionele regeling die overdracht van de vordering van de agent op de dader aan zijn politieregio mogelijk maakt heeft immers als doel om de agent onbelemmerd te laten functioneren ter wille van het publieke belang door hem de moeilijkheden van het innen bij de dader te besparen. De werkgever beoogt dus niet zozeer zijn werknemer te belonen maar dient vooral zijn publieke dienstverlening.
 
De Hoge Raad volgt hiermee het advies (de conclusie) van de Advocaat-Generaal. Het arrest van de Hoge Raad kunt u vinden op www.rechtspraak.nl. Het arrest is uitgesproken op 30 januari 2015, zaaknummer 13/03776, ECLI:NL:HR:2015:141.
 
Wat vindt u van deze uitspraak?
 
Reageer op:
100 jaar belastingkamer Hoge Raad
 
 

Bron: 100 jaar belastingkamer Hoge Raad

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Loonbelasting

0

Gerelateerde artikelen