De levering van een paard aan een afnemer die buiten de Europese Unie is gevestigd, is een uitvoerlevering (ook wel: 'exportlevering'). die aan strenge regels moet voldoen om voor het exporttarief van nul procent btw in aanmerking te komen. Paardenhandelaren gaan daarmee regelmatig in de fout. Onlangs wist advieskantoor ABAB een zaak te winnen voor een van zijn cliënten waarbij de daadwerkelijke export van het paard even op zich liet wachten.

In deze zaak draait het om de verkoop van een paard aan een koper in de Verenigde Staten in 2017. De paardenhandelaar had voor deze transactie het btw-nultarief toegepast, omdat het paard was bestemd voor export buiten de Europese Unie (EU). Vanwege omstandigheden bij de koper vond de daadwerkelijke export pas bijna een half jaar later plaats. De inspecteur legde meteen naheffingsaanslagen btw op, omdat hij van mening was dat het nultarief onterecht was toegepast.

ABAB betoogde namens zijn cliënt voor de rechtbank dat de intentie tot export altijd aanwezig was, maar dat onvoorziene omstandigheden bij de koper voor vertraging zorgden. Rechtbank Zeeland-West-Brabant (ECLI:NL:RBZWB:2024:6239)
gaf de paardenhandelaar gelijk én oordeelde dat het nultarief terecht was toegepast. Ondanks de vertraging was er volgens de rechtbank voldoende materieel en temporeel verband tussen de verkoop en de export van het paard.

De rechtbank benadrukte in deze zaak nog een keer dat het van essentieel belang is om duidelijke afspraken te maken rondom de export van een paard en de intentie tot export goed vast te leggen in documentatie. Het incorrecte gebruik van het btw-nultarief kan anders snel tot kostbare naheffingen leiden. Hoe belangrijk het is om de btw-regels rond paardenexport goed te begrijpen bewijzen drie andere uitspraken van dezelfde rechtbank waarin de rechter in het nadeel besliste van de paardenhandelaren (ECLI:NL:RBZWB:2021:5307, ECLI:NL:RBZWB:2023:7638 en ECLI:NL:RBZWB:2024:3137.

Bron: ABAB

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Omzetbelasting

13

Gerelateerde artikelen