Het afschaffen van de fiscale oudedagsreserve (FOR) per 1 januari 2023 kan rekenen op instemming van de meeste leden van het Register Belastingadviseurs (RB), zo blijkt uit een massaal ingevulde uitvraag onder deze leden.

Slechts 17% is pertinent tegen afschaffing van de oudedagsreserve. Een kleine meerderheid (55%) van de leden vindt de FOR niet van (groot) belang voor zijn cliënten. En 65% van die leden past de fiscale faciliteit in minder dan 20% van de gedane aangiften inkomstenbelasting toe. De opgebouwde reserve is dan ook relatief bescheiden van omvang. In 85% van alle gevallen bedraagt de reserve minder dan € 50.000 en vaak nog (veel) minder.

De FOR zorgt ook voor problemen, vaak ook door onbegrip bij belastingplichtigen. De FOR is namelijk geen bezitting, terwijl het woord ‘reserve’ wellicht anders suggereert, maar een fiscale schuld. Veelal is belastinguitstel de insteek bij gebruik van de FOR. Een volwaardige oudedagsvoorziening is de FOR niet, omdat er slechts sprake is van belastinguitstel, niet van echte bezitsvorming.

Afkoop

De leden pleiten voor een nette afwikkeling van de op 31 december 2022 bestaande FOR-stand, bij voorkeur op dezelfde manier als enige tijd geleden bij de afwikkeling van het door veel dga’s opgebouwde pensioen in eigen beheer al werd toegepast.

Een over drie jaar uitgesmeerde regeling, waarin de FOR op basis van vrijwilligheid met een aflopende korting door de belastingplichtige kan worden afgekocht heeft dan ook de voorkeur van veel van de leden van de beroepsorganisatie. En de ondernemer die bij een verzekeraar een volwaardige oudedagsvoorziening wil opbouwen heeft daar door de nieuwe pensioenwetgeving in de lijfrentesfeer alle ruimte voor, is het advies van het RB dat 6.500 aangesloten leden telt.

Bron: RB

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Pensioenen, Inkomstenbelasting

Dossiers: Prinsjesdag 2022

13

Gerelateerde artikelen