Op 1 januari 2016 is de Belastingregeling Nederland-Curaçao (BNC) in werking getreden; tussen deze twee landen binnen het Koninkrijk der Nederlanden is vanaf die datum niet langer de Belastingregeling voor het Koninkrijk (BRK) van toepassing.
De belangrijkste wijzigingen zijn:
  • Inwonerschap van vennootschappen: niet langer is de plaats van feitelijke leiding bepalend voor de onderworpenheid aan belastingheffing;
  • Dividendbelasting: waar Nederland nu nog onder omstandigheden een reductie van haar dividendbelasting naar 8.3% biedt, zal de dividendbelasting met ingang van 1 januari 2016 15% óf (onder zeer strikte voorwaarden) 0% bedragen. Voor bestaande situaties zal onder voorwaarden tijdelijk, tot 31 december 2019, een tarief van 5% gelden;
  • Waar onder de BRK heffing van inkomstenbelasting over pensioenen in beginsel toegewezen werd aan het woonland, zal onder de BNC ook een heffingsbevoegdheid toekomen aan het bronland. Onder de geboden overgangsregeling zullen onder voorwaarden bestaande situaties geëerbiedigd worden;
  • Onder de BRK eindigde de Nederlandse heffingsbevoegdheid ten aanzien van schenkingen één jaar na emigratie naar Curaçao; heffingsbevoegdheid ten aanzien van erfenissen eindigde onmiddellijk na vertrek. Onder de BNC wordt de Nederlandse heffingsbevoegdheid verruimd tot 5 jaar na vertrek. Er is onder voorwaarden een eerbiedigende werking voor bestaande situaties.
Bestaande structuren waarin de aandelen in een Nederlandse vennootschap gehouden worden door een Curaçaose vennootschap zullen de komende jaren beoordeeld moeten worden. Daarnaast zal de fiscale positie van naar Curaçao verhuisde Nederlandse personen en vennootschappen opnieuw beoordeeld moeten worden.
 
 

Bron: Baker Tilly Berk

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Belastingen overzeese Rijksdelen

25

Gerelateerde artikelen