Door veel instellingen wordt personeel ingeleend van een andere instelling of wordt personeel ter beschikking gesteld aan een andere instelling. Dit kan diverse aansprakelijkheidsrisico's met zich mee brengen. De regelingen rondom de keten- en inlenersaansprakelijkheid zijn complex en worden met ingang van 1 juli 2014 tevens aangepast. Daarnaast gelden er ook verplichtingen op grond van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (WAADI). In deze publicatie worden de verschillende regelingen en wijzigingen kort toegelicht.

Zie voor een uitgebreide omschrijving over de ketenaansprakelijkheid het thema over dit onderwerp.

Omzetting g-rekening in depotstelsel

Vanaf 1 juli 2014 wordt het huidige g-rekeningensysteem vervangen door een depotstelsel. De omzetting wordt door de Belastingdienst gefaseerd uitgevoerd van 1 juli 2014 tot 1 juli 2015. In de nieuwe situatie kunnen aannemers en inleners een deel van de factuur via de vrijwaringsrekening van de Belastingdienst op een individueel depot van de onderaannemer of uitlener storten.

Depot aanvragen om aansprakelijkheidsstelling te voorkomen

Door de gefaseerde omzetting zullen de g-rekeningen en het depotstelsel één jaar naast elkaar bestaan. Per 1 juli 2015 zullen alle g-rekeningen definitief zijn vervallen. Onderaannemers of uitleners die nog niet beschikken over een g-rekening en vrijwarend willen laten storten, kunnen vanaf 1 juli 2014 een depot aanvragen bij de Belastingdienst. Het aanvragen van een depot kan via een aanvraagformulier in het ‘persoonlijk domein ondernemen' op het beveiligde gedeelte van de website van de Belastingdienst. Door storting op een g-rekening/depot kan de inlener of hoofdaannemer aansprakelijkheidsstelling op grond van inleners- of ketenaansprakelijkheid beperken of in aantal gevallen zelfs voorkomen.

Wet Ketenaansprakelijkheid (WKA)

Op basis van de WKA kan de Belastingdienst aannemers hoofdelijk aansprakelijk stellen voor de betaling van loonheffingen die de onderaannemer - aan wie de aannemer (een deel van) het werk heeft uitbesteed - verschuldigd is in verband met de uitvoering van dat werk. De ketenaansprakelijkheid is van toepassing bij:
  1. Onderaanneming
  2. In het kader van de uitvoering van een werk van stoffelijke aard
  3. Waarbij de onderaannemer personeel in dienst heeft.
Een woningcorporatie kan als aannemer aangemerkt worden indien zij kwalificeren als eigenbouwer.

Factuurwaarde storten voor vrijwaring ketensaansprakelijkheid

Zoals wellicht bekend kan ketenaansprakelijkheid beperkt worden door een deel van de factuurwaarde te storten op de g-rekening/depot. De omvang van het te storten bedrag is gelijk aan de verschuldigde loonheffingen met betrekking tot het door die onderaannemer aangenomen werk. Alternatieve route is het betreffende bedrag rechtstreeks te storten op het rekeningnummer van de Belastingdienst. Het bedrag kan dan onder bepaalde administratieve voorwaarden overgemaakt worden naar de Belastingdienst/Centrale administratie (B/CA). Vrijwaring van ketenaansprakelijkheid geldt voor het bedrag dat gestort is op de g-rekening.

Inlenersaansprakelijkheid

Een andere aansprakelijkheidsvorm die naast de ketenaansprakelijkheid bestaat, is de inlenersaansprakelijkheid. De Belastingdienst kan inleners van werk uit hoofde van de inlenersaansprakelijkheid hoofdelijk aansprakelijk stellen voor de niet afgedragen loonheffingen en btw indien:
  • Een werknemer door zijn werkgever (de uitlener), met instandhouding van de dienstbetrekking, ter beschikking wordt gesteld aan een derde (de inlener), en
  • de werknemer onder leiding of toezicht van de inlener werkzaam is.

Depot verplicht voor niet-gecertificeerde uitleners

Naar verwachting zal per 1 juli 2015 (dus na afloop van de overgangsperiode) de regelgeving omtrent de inlenersaansprakelijkheid worden aangescherpt. Niet-gecertificeerde uitleners van personeel worden verplicht om een depot aan te houden bij de Belastingdienst. Voor gecertificeerde uitleners (uitzendondernemingen die opgenomen zijn in het register van Stichting Normering Arbeid (SNA)) blijft het aanhouden van een depot in principe een vrijwillige keuze.

Volledige vrijwaring alleen bij SNA-gecertificeerde uitleners

In tegenstelling tot de ketenaansprakelijkheid kan voor de inlenersaansprakelijkheid een volledige vrijwaring verkregen worden door te storten op de vrijwaringsrekening ten behoeve van het depot van de uitlener. Volledige vrijwaring is alleen mogelijk bij gebruik van SNA-gecertificeerde uitleners. Er moet dan 25% van de factuursom (inclusief btw) worden gestort, tenzij er sprake is van verlegging van btw; dan is 20% voldoende voor volledige vrijwaring. Daarnaast moet er aan enige administratieve voorwaarden worden voldaan.

Inlener aansprakelijk bij onvoldoende storting

De storting van 35% van de factuurwaarde (inclusief btw) is verplicht als gebruik gemaakt wordt van niet SNA-gecertificeerde uitleners. Wordt een lager bedrag gestort of wordt zelfs geen gebruik gemaakt van het depotstelsel, dan kan de Belastingdienst op basis van een wettelijk vermoeden de inlener aansprakelijk stellen. Daarnaast kan de Belastingdienst de volgende boetes opleggen:
  • € 19.500 per kalenderkwartaal (aan de uitlener), als een niet-gecertificeerde uitlener geen depot aanhoudt bij de Belastingdienst;
  • € 7.800 per kalenderkwartaal (aan de inlener), als een inlener niet ten minste 35% van de factuursom stort ten gunste van het depot van de niet-gecertificeerde uitlener.
Mocht later blijken dat de storting van 35% onvoldoende is voor de loonheffing en btw ter zake van het ter beschikking gestelde personeel, dan kan de Belastingdienst de inlener nog aansprakelijk stellen voor het meerdere. Als u gebruik maakt van een niet-gecertificeerd uitzendbureau, blijft het derhalve zaak om na te gaan of de 35% die u stort voldoende is.

WAADI

Naast de perikelen rondom aansprakelijkheid, dienen ondernemingen die arbeidskrachten ter beschikking stellen, zich ook als zodanig te registreren in het Handelsregister. Via de website van de Kamer van Koophandel is er een tool beschikbaar om na te gaan of de onderneming wel of niet geregistreerd staat als uitlener van arbeidskrachten. Voor de inlener is het de taak om te controleren of de inlener als zodanig geregistreerd is. Indien arbeidskrachten worden ingeleend van een niet-geregistreerde uitlener, kan een boete van minimaal € 12.000 (oplopend bij herhaling naar € 76.000) opgelegd worden aan zowel de inlener als de uitlener.

Wat doen om aansprakelijkheidsstelling te beperken?

Zoals hiervoor aangegeven zijn er diverse mogelijkheden om als aannemer of inlener aansprakelijk gesteld te worden voor de niet afgedragen loonheffingen en/of btw. De daarbij behorende mogelijke boetes zijn fors. Het is dus van belang om het proces ter beperking van de inleners- en ketenaansprakelijkheid in uw organisatie nader vorm te geven. Om de procesbeheersing te optimaliseren, adviseren wij om aandacht te schenken aan onderstaande acties:
  • Intern procesbeheersing afstemmen;
  • Werknemers die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering, attenderen op de aankomende wijzigingen;
  • Overleg oppakken met (onder)aannemers en uitleners over de wijzigingen en de gevolgen daarvan;
  • Beoordelen of de te hanteren algemene voorwaarden nog wel actueel zijn of dat deze een update behoeven.
 

Bron: BDO

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Invordering

4

Gerelateerde artikelen