De Hoge Raad heeft recentelijk uitspraak gedaan inzake de btw-gevolgen bij samenwerkende onderwijsinstellingen. De zaak betreft twee ROC's die een samenwerking zijn aangegaan met betrekking tot het voortgezet algemeen volwassen onderwijs (hierna: het VAVO). Waar het onderwijs voorheen door hen op eigen naam en voor eigen rekening werd verzorgd, zijn de opleidingen nu gebundeld onder gemeenschappelijke naam en voor gemeenschappelijke rekening.

Samenwerkingsverband ROC's

Uit de gesloten samenwerkingsovereenkomst blijkt dat de ROC's streven naar een kostendekkende exploitatie van de samenwerking. Om dit te bewerkstelligen wordt voor ondersteunende diensten  van beide ROC's gebruik gemaakt. Waarbij het ene ROC voornamelijk ICT- en personele diensten, financiële administratie en onderwijs diensten zal leveren en het andere ROC voornamelijk juridische diensten, marketing en PR, facilitaire en huisvestingsdiensten zal bijdragen aan het samenwerkingsverband. Centraal in deze casus stond de vraag of de ondersteunende diensten die partijen onderling verrichten, evenals het VAVO-onderwijs, vrijgesteld van btw kunnen plaatsvinden.
 
Partijen zijn gaan samenwerken om hun onderwijs te bundelen. Niet in geschil is, dat dit onderwijs onder de onderwijsvrijstelling valt. De overige werkzaamheden omtrent het onderwijs zijn onderling verdeeld, ieder levert een bijdrage met eigen docenten, onderwijslocaties en ondersteunende diensten. Deze ondersteunende diensten zijn werkzaamheden die vaak bij het geven van onderwijs aan de orde zijn. Deze werkzaamheden werden voorafgaand aan de samenwerking ook al verricht.

Vrijgesteld van btw

Volgens de Hoge Raad is sprake van één ondeelbare prestatie waarvoor een vergoeding wordt ontvangen en betreft deze prestatie een onderwijsprestatie, waarin de ondersteunende werkzaamheden als bijkomende prestaties opgaan. Alle ondersteunende werkzaamheden die de ROC's verrichten in het kader van het geven van VAVO-onderwijs vallen onder de onderwijsvrijstelling waardoor geen btw verschuldigd is.
 
Uit dit arrest blijkt dat de Hoge Raad van mening is dat in dergelijke gevallen de onderwijsvrijstelling vrij ruim uitgelegd kan worden. Dit biedt mogelijkheden voor de praktijk omdat er geen btw verschuldigd is in het kader van de samenwerking tussen de onderwijsinstellingen. De minister van Onderwijs en staatssecretaris van Financiën hebben dit ook erkend en recentelijk aangegeven dat voortaan onderwijsondersteunende diensten onder de volgende voorwaarden zijn vrijgesteld van btw:
  1. De onderwijsondersteunende diensten worden verricht tussen onderwijsinstellingen;
  2. De onderwijsinstelling verricht in hoofdzaak onderwijs. De onderwijsondersteunende diensten zijn dan bijkomstig aan die btw-vrijgestelde onderwijsprestatie die de onderwijsinstelling in het kader van de samenwerking verricht. Dit betekent dat de onderwijsondersteunende diensten dan opgaan in de onderwijsprestatie zodat sprake is van één ondeelbare btw-vrijgestelde onderwijsprestatie. Het maakt hierbij niet uit dat de ene onderwijsinstelling in voorkomende gevallen gebruik maakt van de door de andere onderwijsinstelling verrichte onderwijsondersteunende diensten;
  3. De onderwijsondersteunende diensten moeten qua omvang en inhoud gebruikelijk zijn bij het geven van het specifieke onderwijs waarin de samenwerking plaatsvindt.

Beoordeling vrijstelling

In het nieuwsbericht van de Rijksoverheid hierover wordt aangegeven dat ter verkrijging van zekerheid over de vraag of de vrijstelling in een concrete situatie van toepassing is het aanbeveling verdient om vooraf in overleg te treden met de Belastingdienst.
 
De onderwijsvrijstelling geldt voor het hele onderwijs. Dit betekent dat wanneer is voldaan aan de hiervoor genoemde voorwaarden de btw-vrijstelling ook van toepassing kan zijn op bijvoorbeeld:
  • de horizontale samenwerking tussen basisscholen, voortgezet onderwijsinstellingen, mbo-instellingen en ho-instellingen;
  • de zogenoemde verticale samenwerking tussen onder andere vmbo's en mbo's die samen leerroutes aanbieden en de verticale samenwerking tussen mbo-instellingen en hbo's (denk aan het aanbieden van een associate degree traject).
 
 

Bron: BDO

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Omzetbelasting

8

Gerelateerde artikelen