Op Prinsjesdag 2024 heeft het kabinet het belastingpakket 2025 ingediend bij de Tweede Kamer. Hieronder staan de belangrijkste fiscale maatregelen voor ondernemers. Het kabinet wil een groot deel van deze maatregelen op 1 januari 2025 laten ingaan.
- IB-maatregelen
Een eerder plan om de mkb-winstvrijstelling verder te verlagen naar 12,03% gaat niet door. De vrijstelling gaat wel omlaag van 13,31% naar 12,7%. Eerder was al besloten dat de zelfstandigenaftrek verder omlaaggaat van € 3.750 naar € 2.470. - Verlagen 2e schijf box 2 van 33% naar 31%
Het kabinet wil de 2e schijf in box 2 per 2025 verlagen van 33% naar 31%. Aanmerkelijkbelanghouders betalen dan 31% inkomstenbelasting voor zover het inkomen uit aanmerkelijk belang hoger is dan € 67.804. Tot een inkomen in box 2 van € 67.804 blijft het tarief 24,5%. - Inkoopfaciliteit dividendbelasting blijft bestaan
Het kabinet wil de inkoopfaciliteit in de dividendbelasting behouden. De regeling zou door een amendement van de vorige Tweede Kamer per 1 januari 2025 worden afgeschaft. Die afschaffing van de inkoopfaciliteit gaat nu niet door. - Renteaftrekbeperking vennootschapsbelasting van 20% naar 25%
Het kabinet stelt voor om de generieke renteaftrekbeperking (earningsstrippingmaatregel) in de vennootschapsbelasting vanaf 2025 te versoepelen. Bedrijven mogen rente aftrekken bij het bepalen van hun belastbare winst, maar deze aftrek is beperkt. De rente is nu niet aftrekbaar als deze hoger is dan 20% van de winst en meer dan € 1 miljoen. Het kabinet stelt voor om het percentage van 20% te verhogen naar 25%. Bedrijven mogen dan een groter deel van de rente aftrekken. En betalen daardoor minder belasting over hun winst. - Voorstel kabinet voor BOR en DSR ab
Het kabinet stelt voor om per 1 januari 2025 de voortzettingstermijn van de BOR te veranderen van 5 naar 3 jaar. Ondernemers hebben dan eerder meer flexibiliteit in de bedrijfsvoering zonder het recht op de BOR te verliezen. Bijvoorbeeld om sneller andere activiteiten te doen of een joint venture (gezamenlijke onderneming) aan te gaan.
En het kabinet stelt voor om per 1 januari 2026:- de BOR en DSR ab alleen toe te passen voor gewone aandelen met een minimaal belang van 5%. Opties op aandelen en winstbewijzen komen dan bijvoorbeeld niet meer in aanmerking voor de BOR en DSR ab.
- herstructureringen makkelijker te maken binnen de bezitseis en de voortzettingseis van de BOR. Het wordt voor ondernemers dan makkelijker om hun bedrijf bijvoorbeeld te splitsen of fuseren, zonder het recht op de BOR te verliezen.
- de bezitstermijn van de BOR te verlengen voor ondernemers die later dan 2 jaar na hun AOW-leeftijd een bedrijf startten. De bezitseis bepaalt hoe lang ondernemers eigenaar moesten zijn als ze een bedrijf overdragen. Met deze maatregel wordt het moeilijker om schenk- of erfbelasting te ontlopen door op hogere leeftijd nog een bedrijf te kopen.
- de BOR niet toe te passen als het bedrijf ooit eerder in bezit was van de persoon die het bedrijf erft of geschonken krijgt. Hiermee wil het kabinet voorkomen dat ondernemers de bedrijfsopvolgingscarrousel toepassen en de BOR misbruiken.
- Aanpassingen 30%-regeling voor werknemers uit het buitenland
Het kabinet wil vanaf 1 januari 2027 de 30%-regeling voor werknemers uit het buitenland (expats), aanpassen. Het voorstel bestaat uit 2 maatregelen:- Vergoeding tot maximaal 27% van belaste loon. Het kabinet wil dat expats die voldoen aan de voorwaarden, vanaf 2027 belastingvrij een vergoeding kunnen krijgen tot maximaal 27% van hun belaste loon. En dat in 2025 en 2026 een maximaal percentage geldt van 30%. Expats die de hele 5 jaar de regeling gebruiken, hebben meer belastingvoordeel dan met de regels die nu gelden.
- Hogere inkomensnorm. Het kabinet wil vanaf 2027 de inkomensnorm binnen de 30%-regeling verhogen van € 46.107 naar € 50.436. En voor expats onder de 30 jaar met een mastergraad van € 35.048 naar € 38.388. Het kabinet zal deze bedragen de komende jaren nog indexeren. In 2025 en 2026 geldt nog de huidige inkomensnorm. Met deze maatregel komen vanaf 2027 minder expats in aanmerking voor de regeling. En wordt voor sommige expats die nog wel in aanmerking komen, de maximale expatvergoeding die zij belastingvrij mogen ontvangen, lager.
Het kabinet stelt voor dat de nieuwe regels alleen gelden voor expats waarbij de 30%-beschikking op 1 januari 2024 of later voor het eerst is toegepast. Voor expats die voor 1 januari 2024 zijn begonnen, blijft 5 jaar lang het percentage van maximaal 30% gelden. Ook blijft voor die expats de huidige inkomensnorm gelden.
- Giften niet meer aftrekbaar van vennootschapsbelasting
De regeling ‘geven uit de vennootschap’ wordt afgeschaft. Dat raakt de inkomstenbelasting en de dividendbelasting. Doet een vennootschap een gift aan een ANBI of steunstichting SBBI? En is dat op verzoek van een aandeelhouder met een aanmerkelijk belang (meestal ten minste 5%)? Dan wordt die gift beschouwd als een winstuitkering (dividenduitkering) aan die aandeelhouder. Daarover moet die aandeelhouder inkomstenbelasting (box 2) en dividendbelasting betalen.
Vennootschappen kunnen goede doelen steunen in de vorm van sponsoring en reclame. Die kosten blijven als zakelijke kosten aftrekbaar. Dat geldt ook voor uitgaven voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. - Verlagen overdrachtsbelasting beleggingspanden naar 8% per 2026
Het kabinet stelt voor om vanaf 1 januari 2026 het tarief van de overdrachtsbelasting specifiek voor woningen te verlagen van 10,4% naar 8%. Dat tarief gaat gelden voor de koop van een woning waar iemand niet zelf in gaat wonen, zoals een beleggingsobject of vakantiewoning. Voor mensen die langdurig zelf de woning gaan bewonen, blijven de startersvrijstelling en het 2%-tarief gewoon bestaan.
Bron: Ministerie van Financiën