Er is in de media commotie ontstaan over een wetswijziging waardoor de FIOD, zonder inschakeling van de politie, vanaf deze zomer infiltranten mag gaan inzetten en vertrouwelijke gesprekken kan gaan afluisteren. Deze nieuwe bevoegdheid van de FIOD raakt ook de belastingadviseur, nu een duidelijke afbakening ontbreekt en grensverkenning op de loer ligt.

Nieuwe bevoegdheden

Het net sluit zich rondom kwalijke fiscale constructies en belastingontduiking, zoals verborgen vermogen in het buitenland. Met steeds verdergaande controlebevoegdheden worden belastingplichtigen en hun belastingadviseurs die het niet zo nauw nemen met de regels op de hielen gezeten. Daar is niks mis mee, mits de goedwillende belastingadviseur maar niet wordt geraakt. En juist dat is, met de nieuwe op handen zijnde bevoegdheden van de speciale opsporingsdienst van de Belastingdienst, de FIOD, maar net de vraag.
 
De nieuwe bevoegdheden vloeien voort uit een wijziging van het Wetboek van Strafvordering, die zowel door de Tweede als de Eerste Kamer als hamerstuk is afgedaan. De Volkskrant wijdde hier een artikel aan, dat vervolgens door verschillende media verder is opgepakt. In het kort komt de wijziging erop neer dat de FIOD vanaf deze zomer onder meer zelfstandig kan gaan infiltreren en vertrouwelijke gesprekken mag gaan opnemen. Voor deze opsporingsmiddelen moet nu nog de politie worden ingezet, maar straks mag de FIOD dit eigenhandig doen na toetsing door de officier van justitie en (bij afluisteren) toestemming van de rechter-commissaris.

Voldongen feit

Opmerkelijk genoeg stipt staatssecretaris Snel van Financiën in zijn brief over de aanpak van belastingontwijking en belastingontduiking de substantiële capaciteitsinzet bij de FIOD aan voor het opsporen en bestrijden van verborgen vermogen. Is dit een toevallige samenloop of sorteert de staatssecretaris met deze opmerking alvast voor op de hardere aanpak van het grijze gebied tussen ontwijking en fraude waarvoor de nieuwe bevoegdheden van de FIOD handig kunnen worden ingezeten? Dat vraagt Nick van den Hoek van Jaeger Advocaten-belastingkundigen zich af. Hoe het kan dat deze ingrijpende wetswijziging min of meer geruisloos de beide Kamers heeft gepasseerd, is voor Van den Hoek een ‘mosterd na de maaltijd'-vraag. "De wijziging is er gewoon doorheen gehamerd, daar valt niets meer aan te veranderen. Door deze hele gang van zaken is nu helaas niet helder waar de verruimde opsporingsbevoegdheden van de FIOD nu precies wel of niet voor bedoeld zijn."

Belastingadviseur geraakt

De bevoegdheid tot infiltreren is alleen inzetbaar bij verdenkingen van misdrijven waar een gevangenisstraf van vier jaar of meer op staat. "Ook het belastingrecht kent een dergelijke zware sanctie. Van den Hoek wijst als voorbeeld op artikel 69 AWR (belastingfraude). "Voor het strafbare feit van het opzettelijk niet, niet tijdig of onjuist doen van een belastingaangifte kan een gevangenisstraf van vier tot zes jaar worden opgelegd. De belastingadviseur kan hier als medepleger ook mee te maken krijgen."
 
Alhoewel de FIOD niet direct de belastingadviseur zelf in het vizier zal hebben, zijn de nodige voorbeelden te bedenken van hoe de adviseur onbedoeld kan worden geconfronteerd met de nieuwe bevoegdheden van de opsporingsdienst. Van den Hoek: "Het is goed mogelijk dat de belastingadviseur zijdelings met een informant van de FIOD te maken krijgt, als hij zonder zijn medeweten betrokken raakt bij belastingfraude. Alhoewel het zal gaan om uitzonderingssituaties, is het toch goed om je te realiseren dat een potentiële nieuwe klant een informant kan zijn en dat een gesprek met hem of haar kan worden opgenomen. Ook is het mogelijk dat afluisterapparatuur in het kantoor wordt geplaatst voor het opnemen van vertrouwelijke gesprekken tussen de adviseur en zijn cliënt."

Vrees voor grensverkenning

Daar waar de belastinginspecteur in zijn bevoegdheden tekortschiet, kan de FIOD met de nieuwe opsporingsbevoegdheden wellicht breder worden ingezet. "Grensverkenning door de Belastingdienst ligt op de loer," waarschuwt Van den Hoek. "Door de vertrouwelijkheid tussen belastingadviseur en cliënt is het voor de fiscus vaak lastig te achterhalen hoe een (‘onwenselijke') structuur tot stand is gekomen. Afschrikwekkende boeteoplegging lukt niet altijd door het (informele) verschoningsrecht van de belastingadviseur en doordat de belastingplichtige zich in veel gevallen achter zijn adviseur kan verschuilen als het gaat om boeterechtelijke aspecten. De vrees bestaat dat de nieuwe opsporingsbevoegdheden van de FIOD ook worden gebruikt voor het beboeten of strafrechtelijk vervolgen van structuren die de fiscus niet pleitbaar vindt. Je kunt je afvragen hoe deze bredere inzet zich verhoudt tot het beginsel van ‘fair play'. De Belastingdienst mag immers niet zomaar zijn opsporingsbevoegdheid gebruiken, enkel en alleen vanwege een informatieachterstand. De vertrouwelijke relatie tussen belastingadviseur en zijn cliënt komt in gevaar, als de Belastingdienst inderdaad gaat grensverkennen met de nieuwe opsporingsbevoegdheden van de FIOD."

Afbakening

"Het is uitermate belangrijk dat de FIOD de nieuwe opsporingsbevoegdheden toepast in overeenstemming met doel en strekking van de wet," benadrukt Van den Hoek. "Door de summiere parlementaire behandeling van de wetswijziging is het toepassingsbereik van deze bevoegdheden nu niet duidelijk. De laatdunkende opmerking van een opsporingsambtenaar in de Volkskrant dat men zich niet zoveel zorgen maakt over wat de rechter uiteindelijk vindt van de gehanteerde opsporingspraktijk, geeft in ieder geval geen vertrouwen dat er geen grenzen worden opgezocht. Een goede controle op de uitoefening van deze nieuwe bevoegdheden van de FIOD lijkt mij dan ook essentieel. En vanwege het gevaar van grensverkenning zou het goed zijn als de minister en de staatssecretaris de bevoegdheidsgrenzen van de FIOD alsnog duidelijk afbakenen."
 

 

Bron: Redacteur Marit Muller

Informatiesoort: Nieuws, Interviews

Rubriek: Bronbelasting, Invordering, Belastingrecht algemeen

19

Gerelateerde artikelen