De koepelorganisaties van belastingadviseurs en accountants SRA, RB, NBA en NOAB hebben vragen gesteld aan de Belastingdienst over de opgaaf UBD (betalingen aan derden) bij btw-verlegdsituaties. De koepelorganisaties hopen hiermee meer duidelijkheid te krijgen over vragen die spelen over mogelijk uitstel van de opgaaf UBD 2023 en de opgaaf UBD 2022 voor btw-verlegdsituaties.

Inhoudingsplichtigen en niet-inhoudingsplichtigen die in 2023 bedragen hebben betaald aan niet-ondernemers of niet in (fictieve) dienstbetrekking zijnde personen, hadden deze betalingen aan derden vóór 1 februari 2024 moeten aanleveren bij de Belastingdienst.

Pas sinds kort is duidelijk dat de Belastingdienst vindt dat ook een opgaaf UBD gedaan moet worden van natuurlijk personen die werkzaamheden verrichten en daarvoor een factuur met btw-verlegd uitreiken. Dat blijkt uit de vragen en antwoorden van de Belastingdienst over de opgaaf UBD en de Nieuwsbrief Loonheffingen 2024.

De koepelorganisaties vragen de Belastingdienst dan ook om soepel om te gaan met uitstel voor de opgaaf UBD 2023 in btw-verlegdsituaties. Omdat vorig jaar uberhaupt niet aan de orde was dat in btw-verlegdsituaties een UBD-opgave moest worden gedaan, vragen de koepelorganisaties ook hoe moet worden omgegaan met de opgaaf UBD 2022 waarin geen btw-verlegdsituaties zijn opgenomen.

Bron: SRA

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Omzetbelasting

2340

Gerelateerde artikelen