Waarom ging u fiscaal recht studeren?
"Toen ik voor de keuze stond, twijfelde ik tussen rechten en economie. Ik heb ervoor gekozen om te starten met rechten, met in mijn achterhoofd de gedachte om eventueel op enig moment over te stappen of beide studies te combineren. Redelijk aan het begin van mijn studie kreeg ik het vak belastingrecht. Dat sprak me meteen aan. Rechten, maar toch een economisch tintje. Het greep me. Het is complex, het is abstract, dynamisch. Het is een beetje puzzelen en bovendien maatschappelijk heel relevant. Het was precies wat ik zocht."

Wie inspireert u in uw vak?
"Fiscalisten die met passie voor hun vak bezig zijn en iets toevoegen. Ofwel omdat het creatieve denkers zijn die op een heel eigen manier naar fiscale vraagstukken kunnen kijken, ofwel omdat zij zich hebben verdiept in de kleinste details van regelingen en daardoor precies weten hoe de vaktechniek werkt. Fiscalisten die iets inbrengen in de discussie, of dat nou een originele invalshoek is of diepgaande vaktechnische kennis. Ik leer van al mijn collega’s."

Wat zijn uw zakelijke successen tot nu toe?
"Het geeft mij voldoening als ik zie hoe studenten zich gaandeweg een vak of de studie ontwikkelen. Dat je hen het mooie en de uitdagingen van het vak kunt laten zien en ziet dat sommigen er echt door gegrepen worden en besluiten verder te gaan in de fiscaliteit. Dat oud-studenten later zeggen: de colleges waren leuk en mede daarom ben ik belastingrecht gaan doen. Dat is mooi."

Praten u en uw man altijd over fiscaliteit?
"[Lacht] Niet altijd, we hebben ook een gezin, maar wel met grote regelmaat. We schrijven ook weleens samen. Maar het gaat natuurlijk ook vaak over andere dingen. We hebben drie jonge kinderen. In de weekends gaan we graag met de meisjes op pad, naar het bos, het strand of de dierentuin. En in vakanties gaan we vaak op roadtrip, liefst door Scandinavië. Daar kamperen en wandelen in de natuur. En ik fotografeer graag."

U werkte lang bij kantoren en nu vrijwel fulltime bij de universiteit. Waarom deze keuze?
"Tot een jaar geleden combineerde ik mijn werk aan de universiteit met een baan in de fiscale (advies)praktijk, dat laatste steeds in een vaktechnische rol. Overigens heb ik dat altijd een mooie en waardevolle combinatie gevonden. Voor nu wil ik mij echter volledig richten op het nastreven van mijn academische ambities. Mijn rol in het onderwijs is nu ook groter. Ik geef onderwijs in de fiscale bachelor en de fiscale master en ik ben verantwoordelijk voor de fiscale bacheloropleiding en de fiscale minor."

Wat maakt u een goede fiscalist?
"Dat is lastig om van jezelf te zeggen. Ik denk dat ik analytisch kan denken en dat ik overzicht heb, waardoor ik ontwikkelingen kan duiden. Ook vind ik het leuk om vaktechnische kennis en inzichten over te brengen op anderen. Om anderen te prikkelen en aan het denken te zetten, en handvatten te geven om de eigen visie verder te ontwikkelen of een standpunt in te nemen.’

Vindt u publiceren belangrijk?
"Publiceren in algemene zin is belangrijk omdat daardoor kennis wordt gedeeld en blijft bestaan. Als je het opschrijft, ligt het vast en kan iedereen er zijn voordeel mee behalen. Door te publiceren, kun je het vakgebied verder helpen. Het is belangrijk dat we kennis met elkaar delen en dat er verschillende geluiden zijn."

Hoe ziet u de rol van de uitgever?
"Het is belangrijk dat de uitgever een platform biedt, waar auteurs op eigen verantwoordelijkheid gebruik van maken, zodat er verschillende visies doorklinken. Het is denk ik goed als publicaties voor een zo groot mogelijke groep lezers toegankelijk zijn, maar ik begrijp ook dat uitgevers daar wellicht een commerciële afweging moeten maken."

Wat is uw favoriete arrest?
"Een arrest van het Hof van Justitie EU dat mij op dit moment intrigeert, is het arrest Lexel en het daaropvolgende arrest X BV. Zie ook mijn Uitvergroot (HvJ EU gaat (wederom) stilzwijgend om: over ‘economische logica’ en kunstmatigheid) en de reactie op de column (Het arrest X BV: van een koerswijziging geen sprake).

Interessant genoeg worden deze arresten verschillend gelezen en ontstaat er discussie over de vraag ‘wat staat er’. Staat er wat er staat? Ik denk van wel. Maar als er staat wat er staat, dan betekent dit volgens mij dat het HvJ EU een veel engere inkadering geeft aan het begrip misbruik dan eerder wel gedacht en misschien ook wel anders dan juist geacht. Die uitleg heeft binnen de reikwijdte van het Unierecht mogelijk grote gevolgen voor belemmerende nationale antimisbruik- en antimismatchbepalingen. En wanneer we weliswaar begrijpen wat er staat, maar dat vanwege de verstrekkende gevolgen of ‘niet passendheid’ niet kunnen geloven, dan kunnen interessante discussies ontstaan. Dat intrigeert mij."

----------------------------------

In de reeks Young Professionals zijn eerder interviews afgenomen met Ilona van den Eijnde, Martijn Schippers, Loes van Hulten, Vassilis Dafnomilis, Bart van der Burgt, Brenda Coebergh, Matthijs van der Wulp, Claire Hofman, Arthur van der Linden en Jeroen Rheinfeld.

Bron: Tekst: Wilma van Hoeflaken -- Fotografie: Berly Damman