Een bestuurder moet de schuld van de door hem bestuurde onderneming, die actief is in de branche Ontwikkelen, produceren en uitgeven van software, betalen aan de schuldeiser. Dat heeft Rechtbank Amsterdam geoordeeld. De bestuurder heeft tevergeefs proberen aan te tonen dat er betalingsonmacht speelt.
De bestuurder stelt dat de onderneming niet de middelen heeft om de rekening van de schuldeiser te voldoen, maar heeft dat volgens de rechter op geen enkele manier inzichtelijk gemaakt, terwijl dat wel op zijn weg had gelegen. Nu hij dat niet heeft gedaan, kan niet worden uitgegaan van betalingsonmacht.
De rechtbank concludeert dat betalingsonwil resteert als reden voor het uitblijven van betaling. In beginsel is een bestuurder van een vennootschap niet aansprakelijk tegenover een schuldeiser van de vennootschap wanneer de vennootschap een schuld van deze schuldeiser niet betaalt. Onder omstandigheden is echter, naast aansprakelijkheid van de vennootschap, ook ruimte voor civielrechtelijke aansprakelijkheid van een bestuurder van de vennootschap. Betalingsonwil is een grond voor een dergelijke bestuurdersaansprakelijkheid.
De rechtbank veroordeelt de bestuurder daarom tot betaling van de restantschuld (€ 32.915,22) en de proceskosten van de eiser (€ 4.234,37). De uitspraak heeft nummer ECLI:NL:RBAMS:2024:3941. Voor de fiscale bestuurdersaansprakelijkheid lees de thema's Bestuurdersaansprakelijkheid: de gevolgen van kennelijk onbehoorlijk bestuur en Kwijtschelding en uitstel van betaling.
Bron: Rechtbank Amsterdam
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Verbintenissenrecht