Ondernemers die regelmatig goederen afnemen uit het Verenigd Koninkrijk (VK), hebben waarschijnlijk een brief van de Belastingdienst ontvangen met het advies een vergunning voor btw-verlegging bij invoer aan te vragen. Met de vergunning artikel 23 van de Wet op de omzetbelasting 1968 mag de ondernemer de btw bij invoer van goederen verleggen naar de eerstvolgende aangifte.
Als het VK door de Brexit uit de EU stapt, moet de ondernemer btw betalen over de goederen die hij uit het VK invoert. Vanaf dat moment moet hij telkens aangifte doen en btw betalen bij de Douane als hij goederen invoert. Als de ondernemer de brief heeft ontvangen komt hij mogelijk in aanmerking voor de vergunning artikel 23.
Voorwaarden vergunning artikel 23
- De ondernemer woont in Nederland of is daar gevestigd.
- Hij importeert regelmatig goederen uit niet-EU-landen.
- Hij voert een aparte administratie, waaruit eenvoudig blijkt hoeveel btw hij bij import moet betalen.
- Hij doet per maand of per kwartaal aangifte voor de btw.
Aanvraag vergunning
De vergunning kan worden aangevraagd met het antwoordformulier dat in de bijlage bij de brief zit. De ondernemer krijgt vóór 29 maart een reactie van de Belastingdienst wanneer hij het formulier vóór 1 februari ingevuld terugstuurt.
Bron: Belastingdienst