Datum Brexit

De Britse regering heeft op 29 maart 2017 de Europese Raad officieel in kennis gesteld van het voornemen tot terugtrekking uit de EU. Sinds die tijd is de datum van de terugtrekking een paar keer uitgesteld. Op dit moment staat de datum van de terugtrekking gepland op 31 januari 2020. Daar hebben de overige 27 EU-landen op maandag 28 oktober 2019 mee ingestemd.

Gevolgen Brexit

Op dit moment is het nog onduidelijk of en welke band het VK met de EU zal houden na een Brexit. Omdat 31 januari 2020 al snel nadert is het zaak voor Nederlandse ondernemers om zich goed voor te bereiden op alle mogelijke scenario’s en maatregelen te treffen. Zeker als het VK een handelspartner is.

Tip: Vraag vóór de Brexit Britse btw terug.

Btw-regelgeving

Uitgegaan wordt van het 'worst-case scenario': er is niets geregeld en vanaf 1 februari 2020 is het VK, in btw-termen, een 'derde-land' geworden.

Levering naar VK
Bij een harde Brexit merkt de btw-wetgeving het VK aan als een derde-land waardoor dezelfde btw-gevolgen aan de orde zijn wanneer ondernemers goederen leveren aan bijvoorbeeld de Verenigde Staten. Er is dan geen sprake van een intracommunautaire levering. Bij een Brexit is elke export naar het VK belast met 0% btw. Niet van belang is of de leverancier levert aan een andere ondernemer of aan een particulier. Van belang is slechts dat de leverancier kan aantonen dat de goederen vervoerd zijn naar het VK.

Tip: Bewaar alle documenten die kunnen aantonen dat de goederen de EU hebben verlaten.

Invoer in UK
Het brengen van de goederen in het VK is vanuit btw-perspectief invoer in het VK. Bij deze invoer is btw verschuldigd. De verkoper is verplicht zich in het VK te registreren om de verschuldigde invoer-btw te voldoen, wanneer:

• de goederenzending die vanuit de EU naar het VK gaat een waarde heeft die lager is dan 135 GBP; en
• het transportbedrijf (dan wel vertegenwoordiger) niet op naam van de verkoper de verschuldigde invoerrechten en btw afdraagt.

In alle andere gevallen dient de ontvanger van de goederen (of het transportbedrijf) de verschuldigde invoer-btw te voldoen.

Check: Controleer of registratie in het VK vereist is.
Tip: Bij een Brexit gaan andere douaneregels gelden. Dat betekent dat na de Brexit aangifte moet worden gedaan bij het invoeren van goederen uit het VK, of uitvoeren van goederen naar het VK. Voor het doen van een aangifte is een EORI-nummer nodig. Vraag dat tijdig aan.

Btw-aangiften
De Nederlandse ondernemer geeft de export naar het VK aan bij vraag 3a van het Nederlandse aangiftebiljet. De Brexit heeft tot gevolg dat een ondernemer geen aangifte ICP hoeft in te dienen. Ook komen de leveringen naar het UK niet meer op de Intrastat-aangifte voor.

Levering vanuit UK
Bij een harde Brexit merkt de btw-wetgeving het VK aan als een derde-land. Dit betekent dat elke goederenlevering van het VK naar Nederland is aan te merken als invoer. Gevolg hiervan is dat bij het in Nederland brengen van de goederen direct invoer-btw is verschuldigd. Met een artikel 23-beschikking is te voorkomen dat direct bij de grens invoer-btw is verschuldigd. De verschuldigde invoer-btw mag dan in de periodieke aangifte worden aangegeven en betaald. Met een volledig aftrekrecht mag de verschuldigde invoer-btw direct in aftrek worden gebracht. Een artikel 23-beschikking levert dus een liquiditeitsvoordeel op.

Check: Vraag tijdig een artikel 23-beschikking aan. Vanwege de Brexit kan vertraging ontstaan bij afgifte van de artikel 23-beschikkingen.

Artikel 23-beschikking
Een ondernemer kan een artikel- 23-beschikking aanvragen indien hij voldoet aan de volgende voorwaarden:

• de ondernemer woont of is gevestigd in Nederland;
• de ondernemer importeert regelmatig goederen uit niet-EU-landen;
• de ondernemer doet per maand of kwartaal aangifte;
• de ondernemer voert een administratie waaruit blijkt hoeveel btw bij invoer is verschuldigd.

Binnen acht weken na het verzoek dient de Belastingdienst een artikel 23-beschikking af te geven. Het verzoek bevat het btw-identificatienummer, de bedrijfsnaam waaronder de ondernemer zijn goederen importeert, de soort en waarde van de goederen, de landen van waaruit de goederen afkomstig zijn en hoe vaak de ondernemer importeert. Vanwege de Brexit kan vertraging ontstaan bij afgifte van de artikel 23-beschikkingen.

Aangiften
De Nederlandse ondernemer geeft de invoer vanuit het VK bij het beschikken over een artikel 23-beschikking aan bij vraag 4a van het Nederlandse aangiftebiljet. Een aandachtspunt bij de aangifte is dat bij de invoer een andere grondslag van toepassing is dan bij het aangeven van intracommunautaire verwervingen zoals binnen de EU het geval is. De grondslag bij invoer is de douanewaarde (inclusief bijkomende kosten zoals vervoer).

B2B-(business-to-business)afnemer
De plaats-van-dienstregels wijzigen niet bij een Brexit. Eerst moet worden vastgesteld of sprake is van een B2B-afnemer of van een B2C-afnemer. Een B2B (business to business)-afnemer is een btw-ondernemer of een rechtspersoon die voor btw-doeleinden is geïdentificeerd. Een B2C (business to consumer)-afnemer is een ander dan een btw-ondernemer of rechtspersoon die voor btw-doeleinden is geïdentificeerd. Oftewel een consument.

Diensten aan Britse B2B-afnemer
Indien een ondernemer levert aan een afnemer die btw-ondernemer (B2B-afnemer) is, is volgens de hoofdregel btw verschuldigd in het land van de afnemer. Bij een B2B-afnemer die in het VK is gevestigd, is Nederland dan ook niet heffingsbevoegd.

Tot de Brexit vermeldt de Nederlandse dienstverrichter op zijn factuur dat de btw verlegd was naar zijn Britse B2B-afnemer. Na de Brexit vermeldt de dienstverrichter op zijn factuur ‘VAT Out of Scope’. Daarmee geeft de dienstverrichter aan dat de dienst plaatsvindt buiten het toepassingsbereik van de EU-btw. De dienstverrichter zal moeten onderzoeken of volgens de Britse btw-wetgeving in het VK btw is verschuldigd en of hij als dienstverrichter deze Britse btw is verschuldigd of dat hij deze Britse verschuldigde btw mag verleggen naar zijn Britse B2B-afnemer.

Check: Wijzig de facturering als u diensten verricht aan Britse B2B-afnemers.

Diensten aan Britse B2C-afnemer
Volgens de hoofdregel is Nederland heffingsbevoegd. De Nederlandse dienstverrichter dient dan ook 21% Nederlandse btw in rekening te brengen wanneer hij een dienst verricht aan Britse B2C-afnemers. Voor sommige diensten gelden uitzonderingen. Dat is bijvoorbeeld het geval met diensten met betrekking tot onroerende zaken, evenementen en restaurant- en cateringdiensten. De Nederlandse dienstverrichter zal ook moeten onderzoeken of volgens de Britse btw-wetgeving in het VK btw is verschuldigd. Wanneer de Britse overheid plaats-van-dienstregels invoert die afwijken van de EU-regels, kan dit leiden tot niet- dan wel dubbele heffing.

Elektronische diensten aan Britse B2C-afnemer
Voor elektronische diensten aan B2C-afnemers geldt een afwijkende plaats-van-dienst-regel. Bij dergelijke diensten is btw verschuldigd in het land waar de B2C-afnemer is gevestigd. Deze btw kan de dienstverrichter aangeven via de mini One Stop Shop-regeling (MOSS). Bij een Brexit kunnen dienstverrichters geen gebruik meer maken van de MOSS. Deze ondernemers dienen zich in het VK te registreren. Hoe de registratie moet plaatsvinden, is op dit moment niet duidelijk.

Diensten aan Nederlandse B2B-afnemer
Indien een ondernemer levert aan een afnemer die btw-ondernemer (B2B-afnemer) is, is volgens de hoofdregel btw verschuldigd in het land van de afnemer. Bij een B2B-afnemer die in Nederland is gevestigd, is Nederland dan ook heffingsbevoegd.

Een Britse dienstverrichter kan deze Nederlandse verschuldigde btw verleggen naar zijn Nederlandse B2B-afnemer. Deze Nederlandse B2B-afnemer dient de verschuldigde btw te voldoen. Wanneer hij beschikt over een volledig aftrekrecht, kan hij deze btw direct weer in aftrek brengen.

----------------------------

Benieuwd naar de Avanzer Suite, de fiscale tool voor administratie- en advieskantoren? Ga naar wolterskluwer.nl voor een uitgebreid overzicht van en informatie over de suite, inclusief een aangiftepakket!

Bron: Avanzer Antwoord