
De financiële belangen van de EU worden onvoldoende beschermd bij de vereenvoudigde douaneprocedures voor invoer. Dit staat in een rapport van de Europese Rekenkamer.
De Europese Rekenkamer heeft na onderzoek mazen en inconsistenties vastgesteld in het EU-regelgevingskader en ernstige tekortkomingen in de manier waarop lidstaten controleren of het juiste bedrag aan verschuldigde btw wordt geïnd bij gebruik van de vereenvoudigde douaneregelingen voor invoer. Veel van deze tekortkomingen zijn te wijten aan de uitdagingen waarmee douane- en belastingautoriteiten worden geconfronteerd bij de samenwerking in de lidstaten.
Voor ingevoerde goederen moet de btw worden betaald op het moment dat de goederen de douane-unie van de EU binnenkomen. Het bedrag van de btw wordt vastgesteld op basis van de douaneaangifte voor ingevoerde goederen. Er zijn twee vereenvoudigde douaneregelingen voor invoer: “in het vrije verkeer brengen” onder douaneregeling 42 en het “éénloketsysteem voor invoer”. De eerste van deze regelingen voorziet in een btw-vrijstelling voor goederen die uit derde landen in een EU-lidstaat worden ingevoerd maar bestemd zijn voor een andere lidstaat. De tweede voorziet in een btw-vrijstelling voor verkopen op afstand in het kader van een speciale regeling voor elektronische handel.
De bestaande maatregelen zijn niet toereikend om btw-fraude bij invoer in het kader van deze regelingen op doeltreffende wijze te voorkomen en op te sporen, aldus de Europese Rekenkamer. De Rekenkamer doet een aantal aanbevelingen richting de Europese Commissie:
- Versterk het regelgevingskader voor vereenvoudigde douaneregelingen voor invoer;
- Voer een diepgaande analyse uit van het regelgevingskader en de uitvoering ervan;
- Analyseer de voordelen van het systematisch verplicht stellen door de lidstaten van vervoersbewijzen voor onder douaneregeling 42 vallende zendingen bij invoer;
- Verplicht de douane- en belastingautoriteiten van verschillende lidstaten om rechtstreeks samen te werken en versterk de rol van Eurofisc.
Reactie Europese Commissie
In de reactie op het rapport van de Europese Rekenkamer aanvaardt de Europese Commissie de aanbevelingen grotendeels. De Commissie geeft onder meer aan dat al wordt gewerkt aan de beoordeling van een wetgevingsvoorstel om de strijd tegen btw-fraude op te voeren. Daarin wordt onder meer overwogen om door fraudeurs misbruikte btw-nummers sneller ongeldig te verklaren in alle lidstaten, en maatregelen te nemen om de samenwerking tussen belasting- en douaneautoriteiten van verschillende lidstaten te verbeteren.
De Commissie merkt op dat de ViDA-wetgeving al een aantal verbeteringen van het huidige IOSS-proces bevat. Verder erkent de Commissie dat de informatie-uitwisseling tussen respectievelijk Eurofisc en OLAF en Europol verder kan worden ontwikkeld. OLAF en Europol hebben nog altijd geen toegang hebben tot VIES- en Eurofisc-gegevens ondanks eerdere aanbevelingen van de Europese Rekenkamer. De Commissie is van plan om deze tekortkoming bij de herziening van Verordening (EG) nr. 904/2010 te verhelpen.
Bron: EU
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting