Van keuze naar kwalificatie
Vanaf 1 januari 2015 vervalt de huidige keuzeregeling voor de buitenlandse belastingplichtige. Volgend jaar kwalificeert kort gezegd de hier werkzame maar in een ander EU-land woonachtige belastingplichtige automatisch voor binnenlandse belastingplicht als hij voldoet aan het 90%-inkomenscriterium. Hij krijgt dezelfde voordelen als de Nederlands belastingplichtige mits zijn gehele of nagenoeg gehele inkomen naar Nederlandse maatstaven, hier ter plaatse is onderworpen aan de loon- en inkomstenbelasting. De buitenlandse belastingplichtige zal dit moeten aantonen met een inkomensverklaring van de belastingautoriteit in zijn woonland.
Het codificeren van het 90%-inkomenscriterium is EU-rechtelijk te strikt. Daarom is er een tweede kwalificatiecriterium: de buitenlands belastingplichtige die niet voldoet aan het 90%-inkomenscriterium wordt toch aangemerkt als kwalificerende buitenlandse belastingplichtige als Nederland volgens het Unierecht de persoonlijke- en gezinssituatie in aanmerking moet nemen.
De nieuwe regeling voor kwalificerende buitenlandse belastingplicht is een maatregel uit het Belastingplan 2014 die - in tegenstelling tot de meeste maatregelen - niet al dit jaar is ingegaan, maar pas in 2015 in werking zal treden. De wetgever heeft hier bewust voor gekozen om de praktijk een ruime voorbereidingstijd te geven.
Nadere regels blijven uit
Die ruime voorbereidingstijd wordt behoorlijk teniet gedaan nu details over de nieuwe regeling alsmaar uitblijven. Zo moet een algemene maatregel van bestuur meer duidelijkheid verschaffen over de inkomensverklaring en het tweede kwalificatiecriterium voor de buitenlands belastingplichtige die niet voldoet aan het 90%-inkomenscriterium.
Aan de redactie van TaxLive laat het ministerie van Financiën weten dat nadere regels zullen worden opgenomen in het verzamelbesluit dat eind december van dit jaar zal verschijnen. Over de inhoud kan niets worden gezegd. Ook is er geen aanwijsbare reden waarom een en ander zo lang op zich laat wachten.
Onzekerheid
Niek de Haan, BDO partner International Tax Services, vindt de traagheid van Financiën in deze onbegrijpelijk. "Het is al lang bekend dat de Europese Jurisprudentie niet voldoende is gedekt door het 90%-inkomenscriterium. Dat is ook onderkend met het opnemen van het tweede kwalificatiecriterium. Nu de uitwerking hiervan nog steeds niet is gegeven verkeren vele buitenlandse belastingplichtigen in onzekerheid. Een groot deel van hen heeft namelijk in verband met de sociale zekerheidsregels binnen de EU gekozen om ten minste 25% van de tijd te werken in het woonland. Zij voldoen dus niet aan het 90%-inkomenscriterium en weten pas eind december of zij vallen onder het tweede kwalificatiecriterium zodat de nieuwe regels ook op hen van toepassing zijn. Deze groep kan tot die tijd geen voorlopige aanslag (teruggaaf) 2015 aanvragen en dus niet anticiperen op wat komen gaat. "
De Haan is ook benieuwd naar de nadere regels waaruit moet blijken in hoeverre Financiën rekening houdt met en vooruit gaat lopen op komende EU-jurisprudentie. "Hoe wordt gekeken naar de inkomenseis als de buitenlands belastingplichtige niet voldoet aan het 90%-inkomenscriterium? Gaat de wetgever rekening houden met een recente conclusie van A-G Niessen in een zaak met meerdere werkstaat situaties? Hoe moet Nederland als eventuele werkstaat dan belastingvoordelen toekennen indien de belastingplichtige in de woonstaat onvoldoende inkomen heeft om aftrekposten te effectueren? Gaat dit dan bijvoorbeeld naar rato van het inkomen of een evenredige verdeling over het aantal werkstaten?"
Partner niet vergeten
Er staan meerdere vraagpunten open waar Financiën nog duidelijkheid over moet verschaffen. De Haan beveelt in ieder geval aan dat Financiën ook rekening houdt met de partner ingeval niet voldaan wordt aan het 90%-inkomenscriterium en het Unierecht aanwijzing als kwalificerende buitenlands belastingplichtige wel vereist. "Het lijkt alsof de partner dan gewoon is vergeten. Financiën kan dit repareren door in de algemene maatregel van bestuur toe te zeggen dat ook in dat geval wordt gekeken naar de partner. Heeft de partner - net als de buitenlands belastingplichtige - ook onvoldoende inkomen in de woonstaat en is aftrek van fiscale voordelen (bijvoorbeeld hypotheekrenteaftrek) elders niet mogelijk, dan dient Nederland als werkstaat hier rekening mee te houden."
Onduidelijkheid over inkomensverklaring
Onduidelijkheid is er tot slot ook nog steeds over de inkomensverklaring. Details over inhoud, vorm en regels wanneer een dergelijke verklaring achterwege kan blijven moeten ook hier nog volgen. Volgens De Haan dient er een alternatief te zijn als de buitenlandse Belastingdienst te traag is of niet wil meewerken. "Zonder inkomensverklaring wordt immers niet voldaan aan de nieuwe regels voor kwalificerende buitenlandse belastingplicht. Een alternatief kan worden gevonden met het voorleggen van een buitenlandse kopie-aangifte waarmee de belastingplichtige aannemelijk kan maken dat hij voldoet aan de nieuwe regels. De inspecteur kan dit dan eventueel verifiëren via de invorderings- en bijstandsrichtlijn."
Van moeilijk naar makkelijk
Het hoeft dus allemaal niet zo moeilijk te zijn en dat maakt het wat De Haan betreft des te wranger dat nadere regels zolang uitblijven. "Het opnemen van een buitenlandse kopie-aangifte als alternatief voor de inkomensverklaring is kort en duidelijk. Een vangnetbepaling wanneer verplichte aanwijzing als kwalificerende buitenlands belastingplichtige vanuit het Unierecht is vereist, doet de rest. Deze kan bijvoorbeeld als volgt worden ingericht: voor zover aftrekposten in het woonland zijn te effectueren, kent Nederland als werkstaat niets toe. Is effectuering deels of helemaal niet mogelijk, dan vindt toekenning door Nederland plaats voorzover niet voorzien in het woonland. In geval van meerdere werkstaten vindt vergelding van persoonlijke aftrekposten plaats naar rato van het in die werkstaten verdiende inkomen."
Bron: Redactie TaxLive