De Commissie Wetenschappelijke Integriteit (CWI) oordeelt dat bij het CPT-project van het Amsterdam Centre for Tax Law (ACTL) van de Universiteit van Amsterdam (UvA) geen sprake is van schending van de wetenschappelijke integriteit en dat het CPT-project voldoende transparantie biedt over financiering en nevenfuncties.
In augustus 2023 schreef Follow the Money dat het ACTL aan meerdere bedrijven voordeeltjes heeft beloofd als ze een onderzoeksproject zouden sponsoren. Uiteindelijk heeft dit geleid tot een evaluatie door de CWI van het CPT-project. Het CPT-project, ‘Designing the tax system for a Cashless, Platform-based and Technology-driven Society’, beoogt een analyse te bieden van hoe een belastingstelsel zou moeten worden ontworpen voor een samenleving die voornamelijk gebruik maakt van contactloze betaalmethoden, online platforms, en digitale technologieën zoals kunstmatige intelligentie en blockchain.
Bij het onderzoek naar het CPT-project door de CWI ging het onder meer om de vraag of de zogenaamde ‘benefits-memo’s’ voor bijvoorbeeld Netflix in strijd zijn met de Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit en of de schijn van belangenverstrengeling werd gewekt door beloftes die in deze memo’s gedaan werden aan mogelijke toekomstige partners.
De Commissie concludeert nu: 'De door de CWI beoordeelde documenten geven geen aanleiding te veronderstellen dat er in het CPT-project in strijd met de principes en normen van wetenschappelijke integriteit, zoals vastgelegd in de NGWI (Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit), is gehandeld. Ook de teksten van de benefits-memo’s, die overigens noch in de contractonderhandelingen, noch in de onderzoekspraktijk een rol hebben gespeeld, zijn op zichzelf niet in strijd met de NGWI. Voor zover de benefits-memo’s wel een schijn van partijdigheid hebben gewekt, is er naar het oordeel van de CWI in de onderzoekspraktijk geen partijdigheid gebleken. Bovendien prevaleren de samenwerkingsovereenkomsten boven de memo’s. De in de samenwerkingsovereenkomsten verwerkte waarborgen voor wetenschappelijke onafhankelijkheid bieden daarvoor geen absolute garantie. Het is daarom extra belangrijk om transparant te zijn over de financiering van het onderzoek en de nevenfuncties van de onderzoekers. De CWI stelt vast dat het CPT-project voldoende transparantie biedt: financiering en nevenfuncties worden consequent gemeld op de website, in het jaarverslag en bij de publicaties van het CPT-project.’
Spanningsveld
Mireille van Eechoud, decaan van de faculteit der Rechtsgeleerdheid, zegt in haar reactie op het rapport: ‘Van universiteiten wordt verwacht dat ze de samenwerking zoeken met de maatschappij en het bedrijfsleven, en het is ook goed dat onderzoek gedaan wordt met externe financiering. Maar daar zit wel een spanningsveld. Dat zie je ook bij dit project, en de Commissie benoemt dat ook. Daar kunnen wij van leren. Wij moeten scherp blijven op elke mogelijke schijn van belangenverstrengeling. Tijdens onderzoeksprojecten én in de aanloopfase daarnaartoe. We moeten er altijd voor zorgen dat er geen misvattingen ontstaan, bij financiers, bij wetenschappers en de samenleving: samenwerking is goed, uitwisseling is goed, maar van ongewenste beïnvloeding of aantasting van de academische onafhankelijkheid kan geen sprake zijn.'
Bron: UvA
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Kantoren, Belastingrecht algemeen, Internationaal belastingrecht