Huizenkopers betalen in de gemeenten Pekela, Staphorst, Waadhoeke en Het Hogeland naar verhouding het minst voor een prettige leefomgeving met onder meer een verbeterde luchtkwaliteit en een goede werk-privébalans. In Amsterdam, Bloemendaal, Laren en Amstelveen betalen kopers verreweg het meest voor zo'n hoogwaardige leefomgeving.

Dit blijkt uit een data-analyse van NRC, waarin de huizenprijzen per vierkante meter in de gemeenten zijn afgezet tegen de zogeheten Brede Welvaartsindicator (BWI) in de verschillende regio's. Deze peilstok meet naast welvaart ook welzijn, met scores voor bijvoorbeeld veiligheid, maatschappelijke betrokkenheid en gezondheid. De indicator wordt jaarlijks berekend door de Rabobank en de Universiteit Utrecht.

Het begrip 'brede welvaart' is in het publieke en politieke debat in opmars, sinds die in 2016 voor de eerste keer werd gemeten. Zo publiceerde de commissie-Van Zwol begin dit jaar een veelgeprezen rapport over bevolkingsgroei en de inrichting van Nederland, dat feitelijk draait om behoud en versterking van de brede welvaart in Nederland (het begrip komt 47 keer voor in het rapport). "Vorig jaar stond het begrip ook op de voorkant van de Miljoenennota; dat was voor het eerst", zegt Floris Jan Sander, econoom bij de Rabobank en mede-auteur van de jaarlijkse rapporten over de brede-welvaartsindicator.

Bron: NRC

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Belastingrecht algemeen

288

Gerelateerde artikelen