De Dienst Toeslagen (DT) krijgt voortaan zestig weken langer de tijd om te beslissen over een bezwaar van toeslagenouders tegen hun financiële compensatie. Dat heeft de Raad van State beslist. Die termijn komt bovenop de twaalf tot achttien weken die de DT momenteel heeft om te beslissen over het bezwaar van gedupeerden.

De dienst doet er nu gemiddeld 81 weken over om te beslissen of toeslagenouders inderdaad te weinig compensatie krijgen voor de schade door de toeslagenaffaire. Dat is veel langer dan de vastgestelde termijn, waardoor sommige gedupeerden naar de rechter stappen om een snelle beslissing en bijbehorende dwangsom te forceren.

Volgens de RvS hoopt het vele werk bij de DT zich hierdoor verder op, met nadelige gevolgen voor zowel de ouders als de rechtspraak, aldus een woordvoerder. RvS beseft dat de langere termijn "bij gedupeerde ouders kan overkomen als beloning van een niet goed functionerende Dienst Toeslagen". Omdat ook de dwangsom als financiële prikkel voor DT niet meer helpt om sneller duidelijkheid te krijgen, noemt de RvS vasthouden aan de korte beslistermijn "zinloos" aangezien die "overduidelijk" niet kan worden gehaald.

De RvS noemde de bezwaartermijn, net als de rechter, in 2023 al "onrealistisch kort". Daarom werd de overheid opgedragen een langere periode vast te stellen. Dat is niet gebeurd, legt de RvS-woordvoerder uit. Sindsdien is de hersteloperatie verder vastgelopen en komt de Afdeling bestuursrechtspraak nu zelf met de nieuwe termijn.

De huidige situatie noemt de RvS "zeer wrang" voor toeslagenouders. Doel is nu dat de Dienst Toeslagen sneller inhoudelijk beslist over bezwaren. Als de dienst dit na de extra zestig weken nog steeds niet doet, volgt na twee weken een dwangsom van maximaal 15.000 euro. Daarna kunnen de boete voor de DT en de wachtcompensatie voor ouders oplopen tot maximaal 37.500 euro.

ECLI:NL:RVS:2025:1301

Bron: ANP

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Toeslagen en zorgverzekeringswet

185

Gerelateerde artikelen