Uit een recent onderzoek van het ministerie van Financiën onder zo’n 1.000 mensen bleek een vereenvoudiging van het belastingstelsel op veel bijval te kunnen rekenen onder het Nederlands publiek. Fiscalisten van statuur onderschrijven de noodzaak van een dergelijke stelselherziening maar zien in de opmaat naar een nieuw kabinet wel wat haken en ogen. Complexiteit van fiscale regelingen en gebrek aan vertrouwen in de fiscale rechtsstaat speelt de politiek parten, zo is de constatering.

Het Weekblad fiscaal recht besteedt in twee bijdragen aandacht aan het ingewikkelde proces van een belastinghervorming. De toespraak van staatssecretaris Van Rij op het seminar ‘Naar een eenvoudiger belastingstelsel met minder uitzonderingen’ is integraal afgedrukt in het blad. De bewindsman stelt nadrukkelijk dat het volgende kabinet draagvlak nodig heeft om daadwerkelijk het Nederlandse belastingstelsel te vereenvoudigen. “Ik schat dat een stelselherziening wel twee kabinetsperiodes in beslag neemt”, voorspelt Van Rij.

De staatssecretaris constateert dat het doel van één op de zes fiscale regelingen niet actueel is en dat bijna een derde van de regelingen niet bewezen effectief is of inefficiënt. “Breng het aantal fiscale regelingen daarom flink terug en maak daar afspraken over in een coalitieakkoord en in de begrotingsregels van het kabinet”, is zijn advies.

Het publieksonderzoek laat ook zien dat Nederlanders fiscale regelingen willen behouden als zij er zelf gebruik van maken. Dit schetst precies het politieke dilemma, én de reden dat Van Rij in zijn toespraak opmerkt dat een versimpeling van het stelsel alleen lukt als kabinet én parlement de rug recht houden. “Want ook de groep lobbyisten en belangenorganisaties blijft actief strijden om regelingen te behouden.”

Maatschappelijke verbinding

Ook emeritus hoogleraar belastingrecht Leo Stevens vindt dat opportunistische partijpolitiek gedreven regelingen in het belastingrecht moeten worden aangepast of afgeschaft, omdat zij tot onwenselijk grote maatschappelijke scheefgroei hebben geleid.

In zijn Weekbladartikel ‘Stapstenen voor fiscaal formatiebeleid’ pleit hij voor maatschappelijke verbinding op fiscaal terrein waaraan ook fiscale wetenschappers hun bijdrage moeten leveren. Stevens vindt dat hard nodig omdat beleid en uitvoering zich de afgelopen jaren niet van hun beste kant hebben laten zien. “De fiscaliteit blijkt met haar toeslagen- en box-3-affaires het meest spraakmakende beleidsterrein te zijn van evidente en breed uitgemeten wanprestaties”, constateert hij.

Er is volgens de emeritus hoogleraar dus veel werk aan de winkel. Ook hij denkt dat een succesvolle belastinghervorming afhangt van draagvlak. “Een goed functionerend belastingstelsel tot stand te brengen en te onderhouden hangt samen met de mate waarin een belastingstelsel kan steunen op het maatschappelijke vertrouwen dat een geloofwaardig en evenwichtig beleid wordt gevoerd.”

Dat herstel van vertrouwen betekent op rechtsstatelijk vlak zoeken naar een balans, zo valt op te maken uit de bijdrage van Stevens. Een voorbeeld. Sinds de toeslagenaffaire is er veel te doen om de toepassing van de ‘menselijke maat’ in wetgeving en jurisprudentie. Om de fiscale rechtsstatelijkheid te herstellen en verbinding te realiseren mag de overheid ook weer niet doorschieten, vindt de emeritus hoogleraar. “De menselijke maat mag binnen de belastingheffing geen legitimatie zijn om lastige beslissingen gemakzuchtig te omzeilen.”

Bij de vorming van een nieuw kabinet ziet Stevens een verschil van inzicht over het rechtsstatelijk bestuur als een mogelijk struikelblok tussen de formerende partijen. Een ander, even precair struikelblok is volgens de auteur de noodzaak het belastingstelsel toekomstbestendig te maken. “Ook hier zal indringend overleg nodig zijn, aangezien de formerende partijen er in hun partijprogramma’s onderling zeer verschillende, soms zelfs contrasterende, opvattingen op nahouden.”

‘De Nederlander’ blijkt in ieder geval veerkrachtig in vertrouwenskwesties. Hoewel de Belastingdienst wordt beschouwd als het zwarte schaap van de overheidsfamilie toont het eerder genoemde publieksonderzoek aan dat er een voorzichtig begin is gemaakt van herwonnen vertrouwen in de dienst. Maar liefst 80 procent is namelijk voorstander van een belastingstelsel dat door de Belastingdienst beter is uit te voeren.

----------------------------------------

Uitgever en redactie van het Weekblad fiscaal recht hebben besloten de voordracht van Marnix van Rij 'Naar een eenvoudiger belastingstelsel met minder uitzonderingen' (WFR 2024/39) vrij te geven op het informatieplatform InView.

De bijdrage van Leo Stevens ‘Stapstenen voor fiscaal formatiebeleid’ is met een abonnement eveneens te raadplegen in InView (WFR 2024/40).

Bron: Gé Konings

Informatiesoort: Nieuws, Navigatornieuws

Rubriek: Belastingrecht algemeen

Focus: Focus

886

Gerelateerde artikelen