Minister Bussemaker (OCW) heeft de Eerste Kamer de brief aangeboden die zij recent naar de NRTO heeft gestuurd over de fiscale aftrek van studiekosten en de mogelijkheden om te lenen. Hierin wordt duidelijkheid geschapen over de effecten van de maatregel fiscale aftrek scholingsuitgaven.

Deze maatregel houdt in dat alle personen met aanspraak op reguliere studiefinanciering vanaf het studiejaar 2015/2016 geen recht hebben op de fiscale aftrek van scholingsuitgaven. De maatregel gaat in per 1 juli 2015.

Iedereen die op enigerlei wijze aanspraak heeft op een of meerdere onderdelen uit de studiefinanciering, is vanaf het studiejaar 2015/2016 uitgesloten van de aftrek van scholingsuitgaven. Dit ongeacht het soort onderwijs dat gevolgd wordt (mbo, hbo, wo) en de wijze waarop dit onderwijs wordt gefinancierd (bekostigd dan wel niet-bekostigd). De aanspraak op reguliere studiefinanciering omvat de volgende elementen: de aanspraak op een basisbeurs (inclusief een eventuele eenoudertoeslag), een aanvullende beurs, collegegeldkrediet, een basislening, een (aanvullende) lening en een reisvoorziening. Het levenlanglerenkrediet wordt niet gerekend tot de reguliere studiefinanciering.

Geraakte groepen door fiscale maatregel

Dit betekent dat de volgende groepen studenten (zowel binnen bekostigd als binnen niet-bekostigd onderwijs) te maken krijgen met de fiscale maatregel:

  •     mbo-studenten in de beroepsopleidende leerweg
  •     hbo- en wo-studenten met cohortgarantie
  •     hbo- en wo-studenten die vallen onder het studievoorschot

Mbo-studenten in de beroepsbegeleidende leerweg hebben geen aanspraak op studiefinanciering en worden daarom niet uitgesloten van de aftrek van scholingsuitgaven. Veelal bestaat echter geen recht op aftrek, omdat het leerbedrijf doorgaans de kosten voor zijn rekening neemt. Er is in zoverre dan geen sprake van drukkende uitgaven.

Invloedrijke factoren

De mate waarin voornoemde groepen daadwerkelijk effect ondervinden van de maatregel, hangt van af van meerdere factoren:

  •     de omvang van de aftrekbare kosten;
  •     de omvang en aard van de studiefinancieringsfaciliteiten waarop zij aanspraak maken;
  •     de hoogte van hun inkomen tijdens en na de studie.

Aftrek scholingsuitgaven overige personen

Voor alle personen die geen aanspraak kunnen maken op enigerlei vorm van reguliere studiefinanciering blijft de aftrek van scholingsuitgaven bestaan, mits zij uiteraard aan de overige voorwaarden voor aftrek voldoen. Deze groep zal in de toekomst (met ingang van het studiejaar 2017/2018) veelal ook aanspraak kunnen maken op het levenlanglerenkrediet.
 

 

Bron: Kluwer Fiscaal+

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Inkomstenbelasting

2

Gerelateerde artikelen