Als de overheid helemaal stopt met belastingvrijstellingen voor grote bedrijven in Nederland die veel energie verbruiken, zullen veel van deze ondernemingen volgens economen uiteindelijk minder gaan produceren en misschien zelfs Nederland verlaten. De industrieën zullen dan ook geen investeringen meer doen om te verduurzamen, stelt energie-econoom Gerben Hieminga van ING.
Die investeringen in duurzaamheid zijn volgens hem juist hard nodig, "want ook in een economie die bijna geen CO2 uitstoot is er behoefte aan de producten die deze bedrijven maken". Vooral de staalindustrie, de glastuinbouw, betonbedrijven, de petrochemische industrie en raffinaderijen, waar honderdduizenden mensen werken, zullen volgens de ING-econoom hard geraakt worden met zo'n maatregel.
Volgens een nieuwe berekening van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat gaat er jaarlijks tussen de 39,7 en 46,4 miljard euro naar de fossiele sector via subsidies en fiscale voordelen. Demissionair minister Rob Jetten (Klimaat en Energie) wil deze voordelen voor de betreffende bedrijven helemaal afschaffen.
Hans van Cleef, energie-econoom bij adviesbureau Publieke Zaken, ziet het somber in als dit gaat gebeuren. "Ze zijn bedoeld om een groot deel van het bedrijfsleven te beschermen tegen concurrentie van buiten Europa. Als het investeringsklimaat in een ander land aanzienlijk beter is, dan is het niet zo moeilijk om te bedenken wat er gaat gebeuren", stelt de deskundige.
Volgens hem is in andere landen de politieke wil om dit soort bedrijven juist binnen te halen en te steunen een stuk groter dan in Nederland. "Dat zie je bijvoorbeeld in Duitsland met de steun aan de staalindustrie en de auto-industrie. Dat staat haaks op het beleid van Nederland", aldus Van Cleef.
Bij het schrappen van belastingvrijstellingen gaan bedrijven volgens ING fors meer betalen. "Maar daar zijn de winstniveaus helemaal niet toereikend voor. De winsten worden dan enorm uitgehold. Als je dat als Nederland alleen doet dan zet je deze bedrijven op grote concurrentieachterstand", stelt Hieminga van de bank.
Volgens hem is er veel op de laatste berekening aan te merken. "Er wordt van uitgegaan dat het tarief van kleinverbruikers ook voor grootverbruikers moet gaan gelden. Maar kleinverbruikers betalen heel hoge tarieven. Als je die ook aan grootverbruikers oplegt, worden energie en CO2 eigenlijk te veel belast."
Bron: ANP