De Eerste Kamer heeft op dinsdag 17 december ingestemd met twee nieuwe wetten die de huurtoeslag minder complex moeten maken.

Meer huurders kunnen vanaf 2026 een beroep doen op de huurtoeslag. De meeste huidige ontvangers gaan erop vooruit na invoering: de eerste maatregelen gaan gelden vanaf 2025. Op dit moment ontvangen circa 1,5 miljoen huishoudens huurtoeslag. Komend jaar gaan vrijwel al deze huishoudens meer huurtoeslag ontvangen; gemiddeld € 12. In 2026 komt er een groep van 170.00 huishoudens bij die voor het eerst recht krijgt op huurtoeslag, gemiddeld voor €175 per maand.

De maatregelen staan in de wetsvoorstellen ‘Vereenvoudiging van de huurtoeslag’ en ‘Huurtoeslag ter verbetering van de koopkracht en vereenvoudiging van de regeling’. De overheid maakt in 2025 voor de vereenvoudiging en verbetering van de huurtoeslag € 215 miljoen vrij en vanaf 2026 structureel € 650 miljoen per jaar.

Harmonisatie en werken mag lonen

Door de twee nieuwe wetten wordt vanaf volgend jaar de huurtoeslag voor ouderen en niet-ouderen op dezelfde manier berekend. Dit is nu nog niet het geval. Huurtoeslagontvangers die jonger zijn dan de AOW-leeftijd krijgen hierdoor iets meer huurtoeslag. Ook gezinnen krijgen wat meer huurtoeslag als ze onder de AOW-leeftijd zijn en een hogere huur betalen. Dit geldt voor alle huishoudens van twee of meer personen. De andere huurtoeslagontvangers kregen deze vergoeding al.

Vanaf 2025 krijgen huurtoeslagontvangers minder snel een lagere huurtoeslag als ze meer gaan verdienen. De afbouw van de huurtoeslag gaat geleidelijker. Vanaf 2026 wordt de berekening verder aangepast door de introductie van de lineaire afbouw. Dit maakt beter inzichtelijk wat er verandert in de huurtoeslag als het inkomen stijgt.

Meer mensen krijgen recht op huurtoeslag

In 2026 komt er een nieuwe groep bij die recht krijgt op huurtoeslag: huurders met een lager inkomen en een hogere huur. Deze huurders hebben qua inkomen recht op huurtoeslag, maar krijgen dat nu nog niet omdat hun huur boven de maximum huurgrens ligt. Vanaf 2026 kunnen zij net als huurders van een sociale (gereguleerde) huurwoning, huurtoeslag aanvragen over het huurdeel tot € 900,07 (bedrag 2025). Dat wordt mogelijk door het vervallen van de maximum huurgrenzen als voorwaarde voor het recht op huurtoeslag. 170.000 huishoudens kunnen hierdoor huurtoeslag krijgen, voor gemiddeld €175 per maand.

Meer jongeren onder de 21 jaar krijgen recht op huurtoeslag. Zij kunnen huurtoeslag aanvragen als hun huur hoger is dan € 477,20 (bedrag 2025). Nu is dat alleen mogelijk als de huur lager is dan € 477,20. De huurtoeslag geldt voor het deel van de huur tot € 477,20.

Jongeren vanaf 21 jaar krijgen recht op volledige huurtoeslag. Dit krijgen ze nu pas vanaf 23 jaar. Deze nieuwe leeftijdsgrens is gelijk aan die van het wettelijk minimumloon.

Ongeveer 20 procent van de huidige ontvangers gaat in 2026 minder huurtoeslag ontvangen, gemiddeld € 9 per maand. Dit zijn huurders die nu nog gemeenschappelijke servicekosten vergoed krijgen, maar straks niet meer. Bewoners van appartementen betalen deze kosten soms voor gemeenschappelijke diensten in appartementsgebouwen. Bijvoorbeeld voor schoonmaak en energie van gemeenschappelijke ruimtes zoals de lift of een galerij, en de werkzaamheden van een huismeester. De (gedeeltelijke) vergoeding voor vier soorten gemeenschappelijke servicekosten vervalt. Andere servicekosten komen nu al niet in aanmerking voor huurtoeslagvergoeding.

De huurprijs voor de huurtoeslag wordt na het schrappen van de servicekosten gelijk aan de kale huurprijs. Deze staat standaard in het huurcontract.

Bron: Eerste Kamer

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet

Dossiers: Prinsjesdag 2024

14

Gerelateerde artikelen